Maar vele eersten zullen de laatsten zijn, en vele laatsten de eersten. Mattheüs 19:30
Eén ding is absoluut zeker: als u tot de eersten behoort, zult u zich tot de laatsten rekenen. Wie het best is, denkt het slechtst van zichzelf. Wat geeft Paulus een beschrijving van zichzelf in Romeinen 7! O, zegt er een, ik heb iemand horen zeggen dat Paulus niet bekeerd was toen hij dat schreef Laat me u zeggen dat hij in de derde hemel was geweest toen hij dat stukje diepe ervaring opschreef! Hij leek zó sterk op zijn Heere, dat hij ieder ander overtrof die toen leefde, behalve misschien Johannes. En als het niet was geweest vanwege zijn buitengewone heiligheid – nooit zou hij in staat zijn geweest die ontzagwekkende verzuchting neer te schrijven waarin hij zegt: ‘Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?’ De mens die denkt dat hij heilig is, heeft nooit de heilige God gezien. Als hij Hem ooit had gezien, zou hij met Job zeggen: ‘Met het gehoor des oors heb ik U gehoord, maar nu ziet U mijn oog. Daarom verfoei ik mij, en ik heb berouw in stof en as.’ De alles overtreffende volmaaktheid van de Heere God en het volmaakte voorbeeld van onze Heere Jezus Christus zijn van dien aard, dat wanneer een mens daar ooit deel aan heeft gekregen, hij in eigen ogen tot niets inkrimpt. Wie werkelijk de eerste is, is altijd degene die als laatste beschouwd wil worden. Ook al is Paulus in helemaal niets de mindere van de apostelen, toch noemt hij zichzelf minder dan de minste van alle heiligen, en typeert hij zich als de voornaamste der zondaars. Een lage gedachte te hebben van jezelf is een van de etiketten die God op het beste van Zijn bezittingen plakt.