Hij geeft sneeuw als wol, Hij strooit de rijm als as. Hij werpt Zijn ijs heen als stukken; wie zou bestaan voor Zijn koude? Hij zendt Zijn woord, en doet ze smelten; Hij doet Zijn wind waaien, de wateren vloeien heen. Psalm 147:16-18
Ik ben blij als ik bij het lezen van deze woorden merk dat onze God in de hele wereld aanwezig is. Er staat niet geschreven dat de natuurwetten de sneeuw voortbrengen, maar dat Hij sneeuw geeft, alsof elke vlok rechtstreeks uit de palm van Zijn hand komt. Ons wordt niet gezegd dat bepaalde natuurlijke processen waterdruppeltjes in rijp doen veranderen. Nee. Maar zoals Mozes as uit de oven nam en over Egypte uitstrooide, zo wordt van de Heere gezegd: ‘Hij strooit de rijm als as.’ Van de Eeuwige wordt niet gezegd dat Hij de wereld op gang heeft gebracht en dat er door de werking van een eigen mechanisme ijs wordt geproduceerd. O nee, maar elk afzonderlijk ijskorreltje dat als hagel valt, komt van God: ‘Hij werpt Zijn ijs heen als stukken.’ Zoals de slingeraar heel precies een steentje wegslingert, wordt het pad van elke hagelsteen bepaald door Gods kracht. Het ijs wordt Zijn ijs genoemd, en in de volgende zin lezen we over Zijn koude. Deze woorden maken de natuur op een onverklaarbare manier vol van luister! Als de dooi inzet, kijk dan eens hoe de tekst erover spreekt: ‘Hij zendt Zijn woord.’ Hij laat het niet aan bepaalde natuurkrachten over, maar als een koning zendt Hij Zijn woord, ‘en doet ze smelten’; Hij doet Zijn wind waaien.’ Zie dat in Gods tempel alles spreekt van Zijn eer! Leer de Heere te zien aan alle plaatsen van het zichtbare heelal, want waarlijk: Hij werkt alle dingen.