De apostelen maakten, net als hun Meester, graag gebruik van aanhalingen. Als mensen, die door de Geest werden gedreven, hadden zij steeds nieuwe woorden kunnen gebruiken. Zij verkozen echter (en hierin kunnen zij ons tot voorbeeld zijn) oude woorden aan te halen, waarop reeds eerder het zegel van het goddelijk gezag was gezet. ”Hij heeft gezegd.” Laten wij net zo doen, want de woorden van leraren mogen goed zijn, Gods Woorden zijn beter, en hoewel oorspronkelijke gedachten het bekoorlijke van de nieuwheid mogen bezitten, de oude Woorden van God hebben de klank, het gewicht en de waarde van oude, kostbare munten, en nooit zullen zij van onwaarde bevonden worden op de dag, dat wij ze nodig zullen hebben. ”Hij heeft gezegd,” dit woord verjaagt niet alleen vrees en twijfel, maar geeft ook voedsel aan de genade.
Wanneer de apostel ons tevreden wil doen zijn, zegt hij: ”Zijt vergenoegd met hetgeen gij hebt, want Hij heeft gezegd” enz., en wanneer hij ons moedig en sterk wil maken, schrijft hij deze krachtige woorden: ”Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven of verlaten; zodat wij stoutmoediglijk durven zeggen: de Heere is mijn Helper, ik zal niet vrezen; wat zal een mens mij doen?” Wanneer Paulus het geloof voedsel wil geven, doet hij het door ons voor ogen te stellen het voorbeeld van Abraham, Isaak en Jakob, vaifr Mozes, Gideon, Barak en Jephta. Waar een ander apostel ons een les van geduld wil geven, spreekt hij ’’Gij hebt, de lijdzaamheid van Job gehoord,” of waar hij ons tot het gebed wil opwekken: ”Elia was een mens van gelijke beweging als wij, en hij bad en werd verhoord.” ’’Hij heeft gezegd,” ziedaar een versterkend voedsel voor de genade en een besliste doodsteek voor iedere zonde.
Hier is voedsel voor het goede en vergif voor het kwade. Onderzoek dan de Schriften, want dan zult u gezond, sterken krachtig worden in het goddelijk leven.
Maar behalve haar door lezen te onderzoeken, en in het geheugen te bewaren, moeten wij de Schriften ook uit ervaring kennen, en zodra een belofte waarheid blijkt te zijn, moeten wij er een teken bij maken om er over te spreken als de mannen van vroeger: ”dit is mijn troost in mijn droefheid, want Uw Woord heeft mij levend gemaakt.” Jesaja zei: ’’Wacht op den Heere,” en voegde er aan toe: ’’Wederom zeg ik u, wacht op den Heere,” alsof zijn eigen ondervinding hem drong om de stem van
God voor zijn hoorders te herhalen. Beproef de beloften, zie of Gods beloften ooit falen. Neem het werktuig, waarmee Hij uw beproevingen wil opheffen, en zie of het werkelijk kracht heeft. Gooi dit goddelijk hout in de bittere wateren van Mara en proef hoe het die zoet zal maken. Neem dit zout, gooi het in het troebele water, en getuig dat het niet zoet gemaakt wordt als de wateren vroeger door de profeet Elia. ’’Smaak en zie dat de Heere goed is…. want die Hem vrezen, hebben geen gebrek aan enig ding.”