Hij geneest de gebrokenen van hart, Hij verbindt hun wonden. Psalm 147:3 (Eng. vert.)
Arme zondaar, zend uw wens naar Hem op, laat uw zucht tot Hem komen, want ‘Hij geneest de gebrokenen van hart.’ Daar ligt u gewond op de vlakte. ‘Is er geen Geneesheer?’ roept u, ‘is er niemand?’ Om u heen liggen degenen die net als u lijden, maar zij zijn even hulpeloos als uzelf. Uw droevige schreeuw keert zonder antwoord terug en alleen de ruimte hoort uw gekerm. Maar het slagveld van de zonde heeft een vriendelijke Bezoeker. Het wordt niet aan de roofgieren van de gewetenswroeging en wanhoop overgelaten. Ik hoor voetstappen naderen, dat zijn de zachtmoedige voetstappen van Jehova. Met een hart vol van genade haast Hij Zich naar Zijn kind dat berouw heeft. In Zijn handen zijn geen donderslagen, in Zijn ogen is geen toorn, op Zijn lippen ligt geen bedreiging. Zie hoe Hij Zichzelf over het gehavende hart heen buigt. Hoor wat Hij spreekt: Kom nu, laten wij samen een rechtszaak voeren, zegt de HEERE. Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw; al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol.’ (Jes. 1:18 SV) Als de patiënt bang is om de machtige Persoon Die hem aanspreekt aan te kijken, dan fluistert dezelfde liefhebbende mond: ‘Ik, Ik ben het Die uw overtredingen uitdelg omwille van Mijzelf.’ (Jes. 43:25 SV)