Filippus vond Nathanaël. Johannes 1:46
Nathanaël was een ernstige zoeker. Filippus koos hem uit omdat hij voelde dat het goede nieuws hem zou interesseren. ‘We hebben de Messias gevonden’ zou geen blij nieuws zijn geweest voor iemand die de Messias niet had verwacht. Nathanaël had de Messias echter wel verwacht. Misschien had hij Mozes en de profeten zó goed begrepen, dat hij ertoe gebracht was om uit te zien naar Zijn spoedige komst. De tijd dat de Messias ‘snellijk zou komen tot Zijn tempel’ was met zekerheid aangebroken, en dag en nacht was hij in gebed, zoals alle gelovigen van de tien stammen, die waakten en wachtten dat hun verlossing zou dagen. Hij had tot dan toe niet gehoord dat de heerlijkheid van Israël werkelijk was gekomen, maar in zijn verwachting was hij tot het uiterste gespannen. Wat is het een hoopvolle toestand van uw hart, als u er nu oprecht naar verlangt de waarheid te kennen, en intens begeert om erdoor behouden te worden! Het is waarlijk goed voor u als uw ziel bereid is, zoals de gevoelige plaat van de fotograaf, om de indruk te ontvangen van het Goddelijke licht; als u vol onrust begeert te horen te krijgen of er werkelijk een Zaligmaker is, of er een Evangelie is, of er hoop is voor u, of er zoiets is als reinheid, en een manier om daartoe te komen. Het is goed als u er met bekommernis en ernst naar verlangt het ‘hoe’ en ‘wanneer’ en ‘waar’ te weten, en u door Gods genade vast besluit van uw kant geen inspanning te schuwen de weg te gaan die wordt uitgezet, en uzelf aan Gods wil te onderwerpen. Dat was de situatie van Nathanaël, iemand die met een oprecht hart de eenvoudige waarheid liefhad en trachtte Christus te vinden.