… die het woord der waarheid recht snijdt. 2 Timotheüs 2:15
Nog een rechte voor is die van het geloof. Wij worden gezonden om de mensen te zeggen dat wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zalig zal worden, en het is onze plicht het zo te stellen. De zaligheid is niet uit de werken. Dat is de voor niet. Niet uit de gebeden, dat is de voor niet. Niet uit het gevoel, dat is de pijl van het Evangelie niet. Niet uit de voorbereidingen, het verbeteren en het hervormen, maar door het geloof in Jezus Christus. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld. Zoals we het nieuwe leven beginnen door het geloof, moeten we er ook bij blijven door het geloof. We moeten niet door het geloof behouden worden tot aan een bepaald punt, om dan verder op onszelf te vertrouwen. Als we met het Evangelie zijn begonnen, moeten we niet volmaakt worden door de Wet. ‘De rechtvaardige zal uit zijn geloof leven.’ We leven door het geloof aan de poort, en we leven door het geloof tot we onze eeuwige rust binnengaan. Geloof! Dat is het grote gebod van het Evangelie, en we vertrouwen dat we nooit buiten deze voor zijn gegaan, maar geprobeerd hebben recht door de akker van het Evangelie te ploegen, van het ene einde tot het andere, met de roep: ‘Wendt u naar Mij toe, wordt behouden alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer.’