Wanneer een sterke gewapende man zijn woning bewaakt, is alles wat hij heeft veilig. Maar als iemand die sterker is dan hij, op hem af komt en hem overwint… verdeelt hij zijn buit…Wanneer de onreine geest van de mens uitgegaan is… (Lukas 11:21—24)
Lees verder 1 Thessalonicenzen 5:1—10.
Zolang je tevreden bent met de wereld en met de vorst die over deze wereld regeert, zul je doorgaan tot je eigen vernietiging. Satan doet met mensen zoals de sirenen (halfgodinnen) volgens de legende met de zeelieden doen. Ze zaten op een rots en zongen liederen. De liederen waren zo harmonieus dat geen zeeman die het geluid hoorde ooit de drang kon weerstaan om zijn schip daarheen te sturen. Zo verging elk schip, het werd op de rotsen vernield door hun rampzalige maar betoverende melodieën. Zo is Satans stem. Hij lokt naar de eeuwige ondergang met de zoetste melodieën van helse minstrelen kunst. Dit is de liefelijke toon, “Vrede, vrede.” O zondaar, als je geen dwaas bent, stop je oren dan voor dit verraderlijke lied. Eeuwig geloofd zij de soevereine genade die ons gered heeft van de betovering van deze vernieler. Hij die in je hart woont wordt een “onreine geest” genoemd. Hij is onrein, hoeveel vrede hij je ook geeft. Vlei jezelf niet met het tegenovergestelde. Hij is altijd dezelfde, onveranderd en onveranderlijk. Misschien vertel je me dat je niet onderworpen bent aan onreinheid. Je drinkt niet, vloekt niet en liegt niet. Maar onthoud, het is onrein om niet met God verzoend te zijn, het is onrein om een vreemde te zijn voor Christus, het is onrein om God die je geschapen heeft ongehoorzaam te zijn en boven alles is het onrein om de Verlosser niet lief te hebben. Zijn kostbare bloed heeft Zijn volk verlost van de zonde. Op zijn best is de duivel niet beter dan een duivel, en het hart waarin hij woont is niet beter dan het hol wat een verrader verbergt.
Ter overdenking
Zonde beïnvloed elk deel van ons wezen. Zelfs dat wat wij als goed beschouwen is onrein in Gods ogen (Jesaja 64:6). We blijven onrein tot we vertrouwen op het bloed van de Heere Jezus Christus om ons te reinigen van al onze zonde (Johannes 1:7).
Preek 613, 5 februari 1865