Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen. Hebr. 10:9
Gods weg is het, om te gaan van goed tot beter. Dit verwekt toenemende verwondering en dankbaarheid. Dit doet de mensen begeren en bidden, geloven en verwachten. Dit helpt de mens in zijn vermogen om het beste te ontvangen. De eerste goede zaak is weggenomen, opdat de tweede des te gepaster zou kunnen komen. Dit laatste feit zullen wij overdenken, en hierbij letten op
I. Het grote voorbeeld. Eerst kwamen de Joodse offeranden, en toen kwam Jezus om de wille Gods te doen.
1. Het wegnemen van leerrijke en vertroostende ordinantien. Zolang zij bestonden. hadden zij grote waarde, maar zij werden weggenomen, omdat zij, toen Jezus kwam
Als typen onnodig waren. Als godsdienstoefening lastig en drukkend zouden zijn. Als aanleiding om in vormelijkheid te vervallen, gevaarlijk zouden geweest zijn. De geest, het hart afgeleid zouden hebben van de substantie, het wezen, waarvan zij vroeger de afschaduwing zijn geweest.
2. De instelling van de ware, volkomen, eeuwige verzoening. Dit is een zalige toeneming; want Niemand, die Jezus ziet, zal Aaron betreuren. Niemand, die de eenvoudigheid kent van het Evangelie, zal wensen wederom onder de ingewikkelde dienst van de ceremoniele wet te komen. Niemand, die de vrijheid van Zion heeft gesmaakt, zal de dienstbaarheid van Sinai terugwensen.
Wacht u van andere ordinantien te willen instellen; want dit zou wezen weer op te bouwen, wat door God neergeworpen werd; zo niet nog erger.
Wacht u van te denken, dat ook het tweede door iets beters kan vervangen worden. Het een is “weggenomen”; het andere is door God gesteld.
II. Voorbeelden in de geschiedenis. Er zijn velen. Zie hier enkelen
1. Het aardse paradijs is weggenomen door de zonde, maar de Heere heeft ons in Christus de zaligheid en de hemel geschonken.
2. De eerste mens heeft gefaald: zie de Tweede Adam.
3. Het eerste verbond is verbroken, het tweede komt er heerlijk voor in de plaats.
4. De eerste tempel met zijn voorbijgaande heerlijkheid is verwoest; maar onder het oog en de hand van de Grote Bouwmeester verheft zich het tweede geestelijke huis.
III. Voorbeelden in onze ervaring.
1. Onze eerste gerechtigheid is weggenomen door de overtuiging van zonde; maar de gerechtigheid van Christus is geschonken.
2. Onze eerste vrede is neergeworpen als een wankelende muur; maar wij schuilen in de Rots van de eeuwen.
3. Onze eerste kracht is gebleken erger te zijn dan zwakheid; maar de Heere is onze sterkte en ons lied, en Hij is ons tot heil geworden.
4. Onze eerste leiding voerde ons in duisternis, thans laten wij af van ons zelf, van bijgeloof en wijsbegeerte, en stellen ons vertrouwen in de Geest Gods.
5. Onze eerste blijdschap stierf weg, als het geluid van de doornen onder een pot; maar thans verblijden wij ons in de Heere.
IV. Te verwachten voorbeelden.
1. Ons vermolmend lichaam zal naar het beeld van onze verrezen Heere worden vernieuwd.
2. Als onze aarde voorbijgaat, en haar elementen zullen vergaan, dan zullen er nieuwe hemelen zijn en een nieuwe aarde.
3. Als ons gezin uit elkaar gaat, onze bloedverwanten, een voor een worden weggenomen, wacht ons het liefelijke van de grote hereniging in het huis des Vaders hierboven.
4. Indien alles, wat wij bezitten, van ons weggenomen wordt, vinden wij meer dan dit alles in God.
5. Als ons leven ons ontvloeit, stroomt het eeuwige leven ons in volle heerlijkheid toe.
Laat ons niet treuren om het wegnemen van het eerste. Laat ons van het tweede de vestiging verwachten.