En Jezus, stilstaande, zeide, dat men hem roepen zou; en zij riepen de blinde, zeggende tot hem: Hebt goede moed: sta op; Hij roept u. Markus 10:49
Wanneer na zo’n nauwkeurige persoonlijke beschrijving een oproep tot bekering en geloof komt, kun je er veilig op vertrouwen dat de Heere deze boodschap opzettelijk naar jou stuurt, zodat je de troost zult proeven die van deze persoonlijke roeping uitgaat: ‘Tot u is het woord van deze verlossing gezonden’. Toch is er een roeping die al deze drie overtreft, want noch de algemene roeping, noch die via de prediker werken iemands verlossing uit, tenzij ze vergezeld gaan van de innerlijke roeping van de Heilige Geest zelf. Wanneer je in jezelf een verborgen aantrekkingskracht tot Christus voelt die je niet begrijpt en niet kunt weerstaan, wanneer er een hoop in je hart ontwaakt die je tot dan toe vreemd was en je begint te zuchten en bijna te zingen bij het zien van de liefde van God – wanneer de Geest van God je dicht bij Jezus brengt, dan mogen we je deze troost aanbieden: ‘Heb goede moed, sta op, Hij roept je’. Bartimeüs slaat geen acht op zowel de ontmoediging als de aanmoediging om tot Jezus zelf te komen. Hij had net zo weinig last van de straf als van de troost van degenen die hem omringden. Jij die Jezus zoekt, moet niet steunen op onze bemoediging, maar zelf op pad gaan. Ik wil je bemoedigen, maar ik hoop dat je het daar niet bij laat.