Hij heeft Israël, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid, (gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham en zijn zaad) in der eeuwigheid. Lukas 1:54, 55
De tiende snaar is Gods trouw: ‘Hij heeft Israël, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid, (gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham en zijn zaad) in der eeuwigheid.’ Neem deze vier woorden maar: ‘gelijk Hij gesproken heeft.’ Wat Hij ooit heeft gezegd, al is dat duizenden jaren geleden – het staat vast voor eeuwig en altoos. God kan niet liegen. Is er iemand van u in moeilijkheden? Zoek in de Schriften tot u een belofte vindt die bij uw situatie past. En als u die hebt, zeg dan niet: Ik hoop dat het waar is. Dan beledigt u uw God. Geloof de belofte, geloof die volkomen. Doe zoals ik jongens in het zwembad heb zien doen. Maak een snoekduik en ga recht op de stroom van Gods genade af. Duik er zo diep in als u kunt; verdrinken is er niet bij. Het zijn wateren waarin men zwemmen moet. Hoe meer u zichzelf kunt verliezen in deze gezegende stroom van kristal, hoe beter. U zult eruit opkomen als een schaap dat opkomt uit de wasstede. Als u zich op God hebt geworpen, zult u zich zo verkwikt voelen, dat het niet te zeggen is. Als Gods beloften falen, laat het ons weten, en als bewezen kan worden dat ze niet goed zijn, was het beter voor ons om maar niet verder te leven. Maar we verheugen ons in de wetenschap dat ze alle volkomen betrouwbaar zijn: wat God tot onze vaderen heeft gezegd, is niet minder van kracht voor hun kinderen, en het blijft niet minder van kracht – tot het einde van de tijd, en tot in eeuwigheid.