Ik, de HEERE, behoede dien, alle ogenblik zal Ik hem bevochtigen; opdat de vijand hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren nacht en dag. Jesaja 27: 3
Als de HEERE Zelf uit Zijn eigen persoon spreekt, in plaats van door een profeet, dan heeft het woord een bijzonder gewicht voor de gelovige. Het is Jehovah Zelf, Die de bewaarder van Zijn eigen wijngaard is; Hij vertrouwt het aan niemand anders toe, maar Hij maakt het tot Zijn Eigen persoonlijke zorg. Zijn ze niet goed bewaard, degene die God zelf onderhoudt? We moeten genadig water ontvangen, niet alleen iedere dag of ieder uur “maar ieder moment.” Wat zouden we moeten groeien! Hoe fris en vruchtbaar zou elke plant moet zijn! Wat een rijke trossen zouden de wijnstokken moeten dragen! Maar er komen verstoorders; Kleine vossen en zwijnen. Daarom is de Heere Zelf onze Wachter, en dat is elk uur, ‘nacht en dag’. Wat kan ons dan schaden? Waarom zijn we bang! Hij verzorgd, Hij geeft water, en Hij bewaakt. Wat hebben we nog meer nodig? Twee keer in dit vers zegt de Heere, “Ik zal.” Wat een waarheid, wat een kracht, wat een liefde, wat een onveranderlijkheid vinden we in het grote ‘Ik zal’ van Jehovah! Wie kan Zijn wil weerstaan? Als Hij zegt “Ik zal,” is er dan nog ruimte voor twijfel? Met het ‘Ik zal’ van God kunnen we met alle legers van zonde, dood en hel geconfronteerd worden. O HEERE, omdat U zegt: ‘Ik zal u bewaren’, antwoord ik: ‘Ik zal U prijzen!’