Beluister dit artikel op Spotify
Dit artikel komt uit het boek ‘All of Grace’ geschreven door Charles Haddon Spurgeon en voor het eerst uitgegeven in het jaar 1886.
Doch dengene die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid. Rom. 4:5
Deze boodschap is voor u bestemd. Daarom wil ik graag u aandacht vragen voor de volgende woorden uit onze tekst: ‘Hem, Die de goddeloze rechtvaardigt.’ Volgens mij zijn deze woorden heel wonderlijk. Verbaast het u niet dat er zo’n uitdrukking in de Bijbel staat ‘Die de goddeloze rechtvaardigt’? Ik heb gehoord dat mensen die de leer van het kruis haten God beschuldigen omdat Hij de goddelozen zaligt en de slechtsten van de slechten bij Zich ontvangt. Kijk eens hoe deze tekst de beschuldiging staaft en duidelijk bevestigt! Door de mond van Zijn dienaar Paulus, door de inspiratie van de Heilige Geest, noemt Hij Zichzelf: ‘Hem Die de goddeloze rechtvaardigt.’ Hij maakt hen rechtvaardig die onrechtvaardig zijn en vergeeft hen die geen gunst verdienen.
Dacht u dat redding voor de goeden bestemd was en dat Gods genade voor de zuiveren en heiligen was die zonder zonde zijn? Misschien dacht u dat God u zou belonen als u uitzonderlijk was; en misschien dacht u dit omdat u onwaardig bent, zodat u Zijn gunst onmogelijk zou kunnen genieten. Zo ja, dan moet het u een beetje verbazen om zo’n tekst te lezen: ‘Hem, Die de goddeloze rechtvaardigt.’ Uw verbazing verwondert me niet. Want wat ik ook afweet van de grote genade van God, ik blijf me er altijd over verwonderen, het klinkt toch immers verbazend dat een heilig God een onheilig mens kan rechtvaardigen? Vanwege het aangeboren wetticisme van ons hart hebben we het altijd over onze eigen goedheid en onze eigen waardigheid. Hardnekkig geloven we dat er iets in ons in orde moet zijn om Gods aandacht te trekken. Nu, God, Die ieder bedrog doorziet, weet dat in ons volstrekt niets goeds aanwezig is. Hij zegt dat ‘er niemand rechtvaardig is, ook niet één’ (Rom. 3:10). Hij weet dat ‘al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed’ (Jes. 64:6). Daarom, de Heere Jezus kwam niet in de wereld om te zoeken naar goedheid en rechtvaardigheid voor Hem, maar om goedheid en rechtvaardigheid te schenken aan mensen die ze zelf niet bezitten. Hij komt niet omdat we rechtvaardig zijn, maar om ons rechtvaardig te maken. Hij rechtvaardigt de goddelozen.
Als een advocaat voor de rechtbank verschijnt, dan wil hij, als hij tenminste eerlijk is, de zaak van een onschuldig persoon bepleiten om diens onschuld aan te tonen. De advocaat zou moeten proberen om de onschuldige te rechtvaardigen, en niet om de schuldige partij te beschermen. Een mens heeft het recht of de macht niet om de schuldige werkelijk te rechtvaardigen. Dit wonder is alleen voorbehouden aan God. God, de oneindig rechtvaardige Heerser, weet dat er geen rechtvaardig mens op aarde is die goed doet en niet zondigt. In de oneindige soevereiniteit van Zijn goddelijke natuur en in de glans van Zijn onuitsprekelijke liefde heeft Hij het daarom niet op Zich genomen om de rechtvaardige, maar om de goddeloze te rechtvaardigen. God heeft wegen en middelen bedacht om de goddeloze rechtvaardig voor Hem te stellen.
Hij heeft een manier uitgedacht waardoor Hij de schuldige op een volkomen rechtvaardige manier kan behandelen alsof hij zonder overtreding was; ja, Hij kan met hem omgaan alsof hij helemaal zondeloos was. Hij rechtvaardigt de goddelozen. Jezus Christus kwam in de wereld om zondaren zalig te maken. Dit is heel verbazend, iets waarover allen die daarin delen zich zeer zouden moeten verwonderen. Ik weet dat het voor mij, tot op de dag van vandaag, het grootste wonder is waarvan ik ooit gehoord heb, dat God ooit mij zou rechtvaardigen. Buiten Zijn almachtige liefde voel ik mezelf een brok onwaardigheid, een berg verderf en een hoop zonde. Maar ik weet en ben er volkomen van overtuigd dat ik gerechtvaardigd ben door het geloof dat in Christus Jezus is.
Ik word behandeld alsof ik volkomen rechtvaardig was geweest en ik ben een erfgenaam Gods gemaakt en een mede-erfgenaam van Christus. En toch, van nature moet ik mijzelf plaatsen onder de grootste zondaren. Ik, die volstrekt niets verdien, word behandeld alsof ik verdiensten bezat. Ik word met evenveel liefde bemind alsof ik altijd godzalig was geweest, hoewel ik vroeger goddeloos was. Wie zou hierover niet verbaasd kunnen zijn? De dankbaarheid voor een dergelijke gunst gaat gekleed in het gewaad van de verwondering. Aangezien dit heel verbazend is, wil ik u laten opmerken hoe gepast dit het evangelie voor u en mij maakt. Als God de goddelozen rechtvaardigt, dan kan Hij u rechtvaardigen. Bent u niet precies zo iemand? Als u op dit moment onbekeerd bent, is ‘goddeloze’ een heel passende benaming voor u. U hebt zonder God geleefd; u was het tegendeel van godzalig. In één woord: u was een goddeloze en dat bent u nog.
Misschien ging u ’s zondags nooit naar de kerk, maar verachtte u Gods dag, Zijn huis en Zijn Woord. Dit bewijst dat u goddeloos was. Triester nog, misschien probeerde u Gods bestaan zelfs te betwijfelen en ging u zover om te zeggen dat u dit deed. U leefde op deze mooie aarde die vol is van de tekenen van Gods aanwezigheid, en voortdurend sloot u uw ogen voor de duidelijke tekenen van Zijn macht en Godheid. U leefde alsof God er niet was. Inderdaad, u zou heel tevreden zijn als u voor uzelf overtuigend kon bewijzen dat God helemaal niet bestaat. Misschien hebt u jarenlang zo geleefd, zodat u heel voldaan bent met uw levensstijl – en toch staat God erbuiten. Als iemand u goddeloos noemt, dan is dat even terecht als wanneer iemand de zee zout water noemt. Of niet soms?
Misschien bent u van een andere soort. U hebt geregeld alle uitwendige vormen van godsdienst betracht, en toch deed u dit volstrekt niet van harte, maar u was in werkelijkheid goddeloos. Hoewel u met Gods volk samenkwam, hebt u God Zelf nooit ontmoet. U zong met de anderen mee, en toch prees u de Heere niet met uw hart. U leefde zonder enige liefde tot God in uw hart, of enige achting voor God in uw leven. Nu, u bent precies het soort persoon tot wie dit evangelie wordt gezonden, dit evangelie dat zegt dat God de goddelozen rechtvaardigt. Het is heel wonderlijk, maar gelukkig is het voor u te krijgen. Het past precies bij u. Of niet soms? Wat wil ik graag dat u het aanneemt!
Als u een redelijk mens bent, zult u de opmerkelijke genade van God zien, waardoor Hij voor zo iemand als u heeft willen zorgen, en u zult tegen uzelf zeggen: ‘Die de goddelozen rechtvaardigt! Waarom zou ik dan niet gerechtvaardigd worden, en dat meteen?’ En merk verder op dat het zo moet zijn. De zaligheid van God is voor hen die haar niet verdienen en die er niet geschikt voor zijn gemaakt. Het is goed te begrijpen dat deze uitdrukking in de Bijbel is opgenomen, want niemand anders heeft er behoefte aan om gerechtvaardigd te worden dan zij die geen rechtvaardigheid van zichzelf hebben. Als iemand van u volkomen rechtvaardig is, dan hoeft u niet gerechtvaardigd te worden. U voelt dat u uw plicht goed uitvoert en dat u daarmee bijna een aanspraak op de hemel kunt maken.
Wat zult u doen met een Zaligmaker of met genade? Wat zult u doen met rechtvaardiging? Dit boek zal u zo langzamerhand vermoeien, want het is voor u niet interessant. Als sommigen van u zo’n trotse houding aannemen, luister dan een poosje naar me. U zult verloren gaan, zo zeker als u leeft. Jullie rechtvaardigen, die jullie gerechtigheid helemaal zelf hebben gemaakt, zijn óf bedriegers óf bedrogenen, want de Schrift kan niet liegen en zegt duidelijk: ‘Er is niemand rechtvaardig, ook niet één.’ In ieder geval heb ik geen evangelie aan de eigengerechtigden te verkondigen, nee, geen woord. Jezus Christus Zelf kwam niet om de rechtvaardigen te roepen, en dus doe ik dat ook niet. Als ik u riep, zou u niet komen; daarom roep ik u niet.
Nee, ik vraag u liever om die gerechtigheid van u te bekijken, tot u ziet wat voor een zinsbegoocheling het is. Dat is het! Vlucht erbij vandaan! Geloof dat alleen zij behoefte aan rechtvaardiging kunnen hebben die niet rechtvaardig zijn in zichzelf. Voor hen moet iets gedaan worden om hen voor Gods rechterstoel rechtvaardig te maken. Geloof me, de Heere doet alleen wat noodzakelijk is. Oneindige wijsheid probeert nooit het onnodige. Jezus onderneemt nooit iets overbodigs. Het is niets voor God om hem die al rechtvaardig is, rechtvaardig te maken; dat is iets voor een dwaas. Maar de onrechtvaardige rechtvaardig te maken, dat is werk voor oneindige liefde en genade. De goddeloze rechtvaardigen is een wonder dat God waardig is; en zo is het ook.
Let nu op. Als ergens ter wereld een arts zou zijn die onfeilbare en dure medicijnen heeft ontdekt, naar wie wordt die arts dan toegestuurd? Naar hen die volkomen gezond zijn? Ik denk het niet. Breng hem naar een plaats waar geen zieken zijn en hij voelt dat hij daar niet hoort. Hij heeft niets te doen. ‘Die gezond zijn hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn’ (Mark. 2:17). Is het niet even duidelijk dat de grote medicijnen van genade en verzoening bestemd zijn voor mensen met een zieke ziel? Ze kunnen niet voor de gezonden zijn, want voor hen zijn ze nutteloos. Als u voelt dat u geestelijk ziek bent, is de Arts voor u in de wereld gekomen. Als u volkomen verloren bent vanwege uw zonde, dan bent u precies de persoon voor wie het verlossingsplan bedoeld is. Ik zeg dat de Heere van liefde juist iemand als u op het oog had toen Hij het plan der genade ontwierp. Veronderstel dat een edelmoedig mens zou besluiten om allen te vergeven die bij hem in de schuld stonden; het is duidelijk dat dit alleen van toepassing kan zijn op hen die hem werkelijk iets schuldig zijn.
De ene persoon is hem duizend euro schuldig, de ander vijftig euro; beiden hoeven slechts zijn aanbod aan te nemen en de schuld is uitgedelgd. Maar zelfs de meest edelmoedige persoon kan niet de schuld vergeven van hen die hem niets schuldig zijn. Het gaat de kracht van de Almachtige te boven te vergeven waar er geen zonde is. Daarom kan vergeving niet bestemd zijn voor u die geen zonde hebt. Vrijspraak moet voor de schuldigen zijn. Vergeving moet voor de zondigen zijn. Het zou onzinnig zijn om te praten over het vergeven van hen die geen vergeving nodig hebben of over het vrijspreken van hen die niets overtreden hebben. Denkt u dat u verloren moet zijn omdat u een zondaar bent? Dat is de reden waarom u gered kunt worden. Omdat u beseft dat u een zondaar bent, zou ik u willen aanmoedigen om te geloven dat genade bedoeld is voor zo iemand als u. Eén dichter durfde het zelfs zo te zeggen:
‘Een zondaar is iets heiligs:
De Heilige Geest heeft hem zo gemaakt.’
Het is waar dat Jezus zoekt en zalig maakt wat verloren is. Hij stierf en maakte een werkelijke verzoening voor werkelijke zondaren. Als mensen niet met woorden spelen of zichzelf ‘ellendige zondaren’ noemen in valse nederigheid dan ben ik heel blij om hen te ontmoeten. Met mensen die zichzelf oprecht zondaars vinden, zou ik de hele avond willen praten. Voor zulke mensen sluit de herberg van genade zijn deuren nooit, op doordeweekse dagen noch op zondagen. Onze Heere Jezus stierf niet voor denkbeeldige zondaren, maar Zijn hartenbloed werd gestort om scharlakenrode vlekken uit te wissen die nergens anders door verwijderd kunnen worden.
Wie een vuile zondaar is, is het soort mens voor wie Jezus kwam om hem rein te maken. Ooit sprak een evangeliedienaar over de tekst: ‘En de bijl ligt ook reeds aan de wortel der bomen’ (Luk. 3:9). En hij preekte zo dat één van de hoorders tegen hem zei: ‘Het leek wel alsof u het tegen misdadigers had. U had uw preek in de gevangenis moeten houden.’ ‘O nee,’ zei de goede man, ‘als ik in de gevangenis moest preken, zou ik niet deze tekst kiezen, maar 1 Timotheüs 1:15: Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken.’ Dat is waar. De wet is voor de eigengerechtigden, om hun trots te vernederen; het evangelie is voor de verlorenen, om hun wanhoop weg te nemen.
Als u niet verloren bent, wat wilt u dan doen met een Zaligmaker? Zou de herder op zoek gaan naar hen die nooit verdwaalden? Waarom zou de vrouw haar huis met bezemen keren voor geldstukken die ze nooit verloren had? Nee, het medicijn is voor de gewonden. Levend maken is voor de doden. Vergeving is voor de schuldigen. Bevrijding is voor gebondenen. Het openen van de ogen is voor de blinden. Hoe kunnen de Zaligmaker, Zijn dood aan het kruis en het evangelie van vergeving verklaard worden, tenzij ze gegrond zijn op de vooronderstelling dat mensen schuldig en doemwaardig zijn? De zondaar vormt de bestaansreden voor het evangelie. Als u niets verdient, niets meer verdient dan de hel, dan bent u het soort mens voor wie het evangelie is bestemd en uitgedacht en aan wie het verkondigd wordt. God rechtvaardigt de goddelozen.
Ik wil dit heel duidelijk maken. Ik hoop dat ik dit al gedaan heb. Maar hoe duidelijk het ook is, alleen de Heere kan het een mens laten begrijpen. Voor een ontwaakt mens lijkt het aanvankelijk heel verbazingwekkend dat de verlossing werkelijk voor hem zou zijn als hij verloren en schuldig is. Hij denkt dat ze voor hem moet zijn als hij boetvaardig is, en hij vergeet dat zijn berouw een deel is van zijn verlossing. ‘O,’ zegt hij, ‘maar ik moet dit en dat zijn,’ en dat is allemaal waar, want hij zal zo zijn als vrucht van de verlossing. Maar de verlossing komt tot hem voor hij er enige vruchten van heeft. In feite komt zij tot hem terwijl hij alleen deze kale, verachtelijke, minderwaardige, afschuwelijke beschrijving verdient: goddeloze.Meer is hij niet als Gods evangelie komt om hem te rechtvaardigen.
Mag ik er daarom bij hen die niets goeds in zich hebben, die vrezen dat ze zelfs geen goed gevoel hebben of wat dan ook dat hen bij God kan aanbevelen – mag ik er bij hen op aandringen om krachtig te geloven dat onze genadige God in staat en bereid is om hen aan te nemen zonder iets om hen aan te bevelen, en dat Hij hen uit eigen beweging kan en wil vergeven, niet omdat zij goed zijn, maar omdat Hij goed is? Laat Hij zijn zon niet zowel over de bozen als over de goeden schijnen? Geeft Hij geen vruchtbare seizoenen, en zendt Hij geen regen en zonneschijn tot de meest goddeloze landen? Ja, zelfs Sodom had zijn zon en Gomorra zijn dauw. De grote genade van God gaat mijn en uw bevatting te boven en ik wil dat u haar niet onderschat. Hij kan overvloedig vergeven. Jezus Christus kwam in de wereld om zondaren zalig te maken; vergeving is er voor de schuldigen.
Probeer uzelf niet op te sieren en uzelf iets anders te maken dan u werkelijk bent, maar kom zoals u bent tot Hem Die de goddeloze rechtvaardigt. Enige tijd geleden maakte een artiest een schilderij van een deel van de stad waarin hij leefde, en om historische redenen wilde hij in zijn afbeelding een aantal personen opnemen die in de stad bekend waren. Iedereen kende een straatveger die slonzig en vuil was en rafelige kleren droeg. De kunstenaar zei tegen deze ruwe en haveloze man: ‘Ik zal je goed betalen als je naar mijn atelier komt en als je mij je laat schilderen.’ Hij kwam de volgende morgen, maar werd al gauw weer weggestuurd, want hij had zijn gezicht gewassen, zijn haar gekamd en fatsoenlijke kleren aangetrokken. Hij was nodig als bedelaar en was niet in een andere hoedanigheid uitgenodigd.
Zo ook zal het evangelie u verwelkomen als u komt als een zondaar en niet anders. Wacht niet tot u zich veranderd hebt, maar kom meteen om zaligheid. God rechtvaardigt de goddelozen en dat geldt voor u op de plaats waar u nu bent; het ontmoet u in uw slechtste toestand. Kom in uw wanordelijke toestand. Ik bedoel: kom tot uw hemelse Vader met al uw zonde en zondigheid. Kom tot Jezus precies zoals u bent: melaats, vuil, naakt, onbekwaam om te leven en onbekwaam om te sterven. Kom, u die tot het uitschot van de schepping behoort; kom, al durft u nauwelijks te hopen op iets anders dan de dood. Kom, hoewel u melaats bent en die ziekte als een verschrikkelijke nachtmerrie op u drukt. Kom en vraag de Heere om nogmaals een goddeloze te rechtvaardigen. Waarom zou Hij niet? Kom, want deze grote genade van God is bedoeld voor zo iemand als u. Ik zeg het met de woorden van de tekst en ik kan het niet krachtiger zeggen: de Heere God Zelf geeft Zichzelf deze genadige titel: ‘Hem Die de goddeloze rechtvaardigt.’ Hij maakt rechtvaardig en behandelt hen als zodanig die van nature goddeloos zijn. Is dat geen wonderlijk woord voor u? Denk hier nu meteen grondig over na.
Amen