De HEERE is mijn deel. Psalm 119:57
Kijk naar je bezit en vergelijk jouw deel eens met dat van andere mensen. Sommigen hebben hun deel op het land: zij zijn rijk en hun oogsten brengen hen een gouden opbrengst. Maar wat is een oogst vergeleken met jouw God, die de God van de oogsten is? Wat zijn volle schuren vergeleken met Hem, de Landman die jou voedt met het brood uit de hemel? Anderen hebben hun deel in de stad: hun rijkdom is overvloedig en stroomt hen toe als een voortdurende rivier, totdat ze een waar reservoir van goud lijken te zijn. Maar wat is goud vergeleken met God? Je kunt er niet van leven, je geestelijk leven kan er nooit door gevoed worden. Maar jij hebt God – en in Hem bezit je meer dan goud of alle rijkdom ooit kan geven. Weer anderen hebben hun deel in wat de meeste mensen zoeken: applaus en roem. Maar is God niet meer voor jou dan dat? Er komen momenten van verdriet waarvoor rijkdom geen verlichting biedt. Er is de diepe nood van het stervensuur, waarvoor eer of aanzien niets betekenen. Maar als God jouw deel is, heb je meer dan alles samen. In Hem wordt aan elke behoefte voldaan – in het leven én in de dood. Met God als jouw deel ben je werkelijk rijk: Hij voorziet in je noden, Hij troost je hart, verlicht je verdriet, leidt je voeten, gaat met je mee door het donkere dal en brengt je uiteindelijk thuis, waar je Hem voor altijd mag genieten als jouw deel.