Immers is Hij Mijn Rotssteen en mijn Heil. Psalm 62:3 Verder lezen: Markus 9:1-8
Als alleen God onze rots is, en wij weten dat dit zo is, zijn we dan niet verplicht om al ons geloof in God te oefenen, al onze liefde aan God te geven, al onze hoop op God te stellen, om heel ons leven voor God te besteden en ons hele bestaan aan God te wijden? Als God alles is wat ik heb, zeker, dan moet alles wat ik heb van God zijn. Als alleen God mijn hoop is, zeker, dan wil ik al mijn hoop alleen op God stellen. Als alleen de liefde van God redt, zeker, dan zal Hij alleen mijn liefde hebben. Kom christenen, laat me een ogenblik tot je spreken. Ik wil je ervoor waarschuwen geen twee Goden, twee Christussen, twee vrienden, twee echtgenoten, twee grote Vaders, geen twee fonteinen, twee rivieren, twee zonen of twee hemels te hebben, maar om er slechts één te hebben. Ik wil je nu uitnodigen om, als God alle zaligheid in Zichzelf gelegd heeft, jezelf geheel naar God te brengen. Kom, laat me tot je spreken! In de eerste plaats, christen, verenig je nergens anders mee dan met Christus. Wil je jouw oude vodden vastnaaien aan het nieuwe kleed dat Hij geeft? Wil je nieuwe wijn in oude flessen doen? Wil je Christus en het eigen ik samen laten gaan? Je zou net zo goed een olifant en een mier aan elkaar kunnen koppelen; zij zouden nooit samen kunnen ploegen. Wat? Wil je een engel in hetzelfde harnas steken als een worm en dan hopen dat zij je door de lucht zullen zeulen? Wat onlogisch, wat dwaas! Wat? Jezelf en Christus? Zeker, Christus zou glimlachen, nee, Hij zou wenen bij zo’n gedachte! Christus en de mens samen? Christus & Co? Nee, dat zal nooit bestaan. Hij wil niets van iets of iemand anders hebben; Hij moet alles zijn. Merk op hoe onlogisch het zou zijn om iets anders naast Hem te stellen.
Ter overdenking
Wie of wat ben je geneigd te laten delen in de toewijding die alleen de drie-enige God toekomt? Geef hun hetzelfde antwoord als dat Jezus aan satan gaf (Mat. 4:10).
Preek nr. 80