En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen die Hem vrezen. Lukas 1:50
De zesde snaar is er een die hoe dan ook heel liefelijk moet zijn: ‘En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen die Hem vrezen.’ De gelovigen van weleer hebben die snaar vaak beroerd in de tempel. Dikwijls hebben ze het lied gezongen, en telkens het refrein luid laten klinken: ‘Want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.’ Genade! Zondaar, dat is de zilveren klok voor u. Het zijn Gods goedertierenheden dat u niet vernield bent, omdat Zijn mededogen niet minder wordt. Luister naar de hemelse muziek die u tot bekering en leven roept. God heeft een welbehagen in goedertierenheid. Hij wacht om genadig te zijn. Genade! Gelovige, dat is de gouden klok voor u, want u hebt nog steeds genade nodig. Terwijl u met uw voet staat op de van jaspis gemaakte drempel van het paradijs, met de paarlen poort vlak voor u, zult u toch nog de genade nodig hebben die u over de laatste streep helpt; en wanneer u zich voegt bij het koor van de gezaligden, zal ‘genade’ voor eeuwig uw lied zijn. Klaagt u over uw afkeringen? God zal u genadig zijn, geliefd kind, ook al bent u gaan dwalen vanaf het ogenblik dat u Hem hebt gekend. Ga nu naar Hem terug. Hij zal u aan Zijn hart drukken. Bent u niet vaak teruggebracht, en zijn uw ongerechtigheden in de voorbije jaren niet vaak van u weggenomen? Als dat zo is, raak dan nu deze snaar aan: de vinger van een kind kan er muziek uit halen. Zeg: Ja, als het over genade gaat, genade voor de grootste der zondaars, dan zal mijn ziel de Heere groot maken, en mijn geest zich verheugen in God mijn Zaligmaker!