En het geschiedde toen Mozes van de berg Sinaï afging… zo wist Mozes niet dat het vel zijns aangezichts glinsterde. Exodus 34:29
Het licht op het gezicht van Mozes was het gevolg van de gemeenschap met God. Die gemeenschap was niet van een gewone orde. Ik twijfel er niet aan dat Mozes in de gang van zijn dagelijkse bezigheden op dezelfde manier met God wandelde als de gelovigen; maar hij heeft wel twee perioden van elk veertig dagen eenzaam en gemeenzaam met God doorgebracht. Wat zal de uitwerking zijn geweest van deze oprechte en ongestoorde gemeenschap met God? Hij hoorde geen gedruis van de legerplaats beneden; niet eens het geloei van koeien of het geblaat van schapen kwam op van de voet van de berg. Mozes had de wereld vergeten, behalve dan dat hij in een gebedsworsteling had gepleit voor het volk. Zijn we niet heel veel kwijtgeraakt doordat we ons zo weinig afzonderen, zo weinig de voortdurende omgang met God zoeken, een omgang die ons helemaal in beslag neemt? We nemen gejaagd een minuutje van onze tijd af om te bidden, we besteden in haast een kwartiertje aan het bijbellezen, en dan vinden we het wel goed. Ik zeg helemaal niet dat het goed is. Maar als we nu eens voor minuten uren hadden, dan zou het profijt evenredig toenemen. O, waren er maar nachten waarin we zouden bidden! O, dat we de deuren eens stevig op slot deden, en in geloof tot God zouden naderen! Als dat zo was, zou er geen beperking zijn aan de kracht die we zouden ontvangen. Al gingen onze gezichten dan niet heerlijk stralen, ons wezen zou zuiverder en transparanter worden. Onze hele geest zou zo hemels zijn, dat de mensen verwonderd naar ons zouden kijken om onze opgewektheid!