Voorts maken wij u bekend, broeders, de genade van God, die in de Gemeenten van Macedonie gegeven is. Dat in vele beproeving der verdrukking de overvloed hunner blijdschap, en hun zeer diepe armoede overvloedig geweest is tot den rijkdom hunner goeddadigheid. Want zij zijn naar vermogen (ik betuig het), ja, boven vermogen gewillig geweest; Ons met vele vermaning biddende, dat wij wilden aannemen de gave en de gemeenschap dezer bediening, die voor de heiligen geschiedt. 2 Korintiers 8:1-4
Broeders en zusters, wees net zo bezield om Christus te eren als toen u Hem hebt onteerd. Zoals u de duivel eens een eersteklas dienst hebt bewezen, moet u dat nu ook voor Christus doen. U herinnert zich de dagen van uw zonde nog wel, sommigen van u gingen tot het uiterste, het koste u nooit teveel – nietwaar? Oh nee, als u plezier in de zonde wilde, mocht het wel een paar euro kosten, en soms honderden. Hoe vaak kom ik niet in contact met mensen, vooral met hen die veel drinken, die veel geld op zak hebben en nooit weggaan totdat alles is uitgegeven, of het nu weinig of veel is. Arme arme dwazen. Toch zou ik willen dat we Jezus Christus zo onverstoord konden dienen. Het geeft niet wat het kost zolang we Hem maar kunnen eren en Zijn Naam kunnen zegenen. Breng het albasten flesje tevoorschijn; breek het; giet de olie uit; en laat Jezus het allemaal hebben. Zo heb ik eens satan gediend maar zo wil ik nu Christus dienen.