Zo is dan de ergernis van het kruis vernietigd. Gal. 5:11
Paulus bedoelt hier te verklaren, dat de ergernis van het kruis nooit heeft opgehouden en nimmer kan ophouden. Te veronderstellen, dat zij opgehouden heeft, is dwaasheid.
De godsdienst van Jezus is hoogst vreedzaam, zacht en weldadig.
En toch zien wij in de geschiedenis, dat hij vanaf het begin door de bitterste haat is aangevallen. Voor de onvernieuwde geest is hij blijkbaar een ergernis.
Er is geen reden om te geloven, dat hij voor de wereld thans ook maar in de geringste graad aantrekkelijker is geworden. Zowel de wereld als het evangelie zijn onveranderd gebleven.
I. Waarin is de ergernis van het kruis gelegen?
1. Zijn leerstelling van de verzoening ergert de hoogmoed van de mensen.
2. Zijn eenvoudig onderwijs ergert de wijsheid en gekunstelde smaak van de mensen.
3. Daar het kruis het geneesmiddel is voor het verderf van de mensen, ergert het zijn gewaande macht om zichzelf zalig te maken.
4. Daar het allen gelijk als zondaren aanspreekt; ergert het de waardigheid van de farizeën.
5. Daar het komt als openbaring, ergert het de “moderne gedachte.”
6. Zijn verheven heiligheid ergert de liefde van de mensen voor de zonde.
II. Hoe wordt die ergernis getoond?
1. Zeer dikwijls door daadwerkelijke vervolging van de gelovigen.
2. Nog vaker door de gelovigen te belasteren en hen smalend voor te stellen als ouderwets, dwaas, zwak van verstand, somber en gemelijk, ingebeeld, enz.
3. Meermalen door de prediking van het kruis na te laten. Door velen wordt heden ten dage een evangelie zonder Christus en zonder bloed van de verzoening gepredikt.
4. Of wel door aan rechtzinnige uitdrukkingen een nieuwe betekenis te geven.
5. Of door de waarheid van Christus met dwaling te vermengen.
6. Of door openlijk de Godheid te loochenen van Hem, die aan het kruis is gestorven en het plaatsbekledend karakter van zijn lijden.
Het is inderdaad op duizenderlei wijzen aan te tonen, dat wij in het een of ander opzicht door het kruis worden geërgerd.
III. Wat zullen wij hiervan zeggen?
1. Hierin is de dwaasheid, dat de mensen geërgerd worden, -Door hetgeen God verordineert; Door hetgeen toch de overwinning zal wegdragen; Door het enige, dat hen kan redden; Door hetgeen vol is van wijsheid en schoonheid.
2. Hierin is genade, dat die voorheen door het kruis waren geërgerd, thans bevinden, dat het-De enige hoop is van ons hart, De grote verlustiging van onze ziel, Het blijde roemen van onze tong.
3. Hierin is een ontdekking van het hart. ln het verborgen worden wij wellicht nog geërgerd aan het kruis. Wij geven aan de haters van het kruis wellicht geen ergernis. Er zijn vele belijders van het Christendom, die zelfs aan de meest goddelozen geen ergernis geven. Is dit, omdat zij van het kruis niet getuigen? Is dit, omdat zij van de wereld niet gekruisigd zijn? Is dit, omdat zij geen wezenlijk betrouwen hebben in het kruis en geen ware kennis van Christus? Laat ons de predikers niet volgen, die geen vrienden zijn van het kruis. Laat ons geen gemeenschap hebben met hen, die geen gemeenschap, hebben met Christus.
Predikers, die door de geest van de eeuw worden bezield, zijn van de wereld en de wereld heeft wat van haar is lief, maar wij moeten hen verloochenen.
Laat ons niet bekommerd zijn vanwege de ergernis van het kruis, al moeten wij er ook de bitterste smaad om verduren.
Laat ons naar haar uitzien, haar verwachten en haar als een ontwijfelbaar teken beschouwen, dat wij op de rechte weg zijn.
Aantekening.
Het kruis is de kracht van de evangeliedienaars. Ik voor mij ten minste, zou het voor niets ter wereld willen missen. Ik zou mij gevoelen als een krijgsman zonder wapenen, als een kunstschilder zonder penseel, als een stuurman zonder kompas, als een werkman zonder gereedschappen. Laten anderen, indien het hun gelust, wet en zedelijkheid prediken. Laten anderen uitweiden over de verschrikkingen van de hel en de genietingen van de hemel. Laten anderen hun hoorders drenken met leringen betreffende de Sacramenten en de kerk. Geef mij het kruis van Christus. Dat is de enige hefboom, die tot nu toe de wereld onderste boven heeft gekeerd en de mensen heeft doen aflaten van de zonde. Dit kan door niets anders teweeg worden gebracht dan door het kruis. Iemand kan met een volkomen kennis van Latijn, Grieks en Hebreeuws gaan prediken, maar hij zal weinig of geen goed doen aan zijn hoorders, tenzij hij iets weet van het kruis. Nooit was er een leraar, die veel voor de bekering van zielen gedaan heeft, die niet veel verwijld heeft bij Christus gekruisigd. Luther, Rutherford, Whitefield, M’Cheyne waren allen uitnemende predikers van het kruis. Dat is de prediking, die de Heilige Geest wil zegenen. Hij eert hen, die het kruis eren.
J. C. RYLE.