En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden (Romeinen 8:17)
Lees verder Galaten 3:23—4:7.
De apostel redeneert eenvoudig maar krachtig tot hij op dit heerlijke punt komt: “mede-erfgenamen met Christus” (EV). Hij begint zo, “U hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!” Dit feit is vanzelfsprekend voor hem omdat hij dit waargenomen heeft in de harten van de gelovigen. We roepen, “Abba, Vader!” Daarom concludeert hij: als God ons een Geest gegeven heeft waardoor wij Hem “Vader” noemen, dan zijn wij Zijn kinderen. Dit is een eenvoudige, zuivere en duidelijke redenering. Dan voegt hij toe, “Als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen.” Dit gaat niet altijd op, in sommige families zijn niet alle kinderen erfgenamen. In sommige gezinnen krijgt alleen de eerstgeborene de erfenis. Maar bij God hebben alle kinderen gelijke rechten. “Als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen.” En hij gaat verder, “Erfgenamen van God.” Want als ze erfgenamen zijn dan erven ze het eigendom van hun Vader. God is hun Vader, daarom zijn ze erfgenamen van God! Maar God heeft een andere Zoon, de Eerstgeboren van heel de schepping. Precies, daarom zijn we mede-erfgenamen met Christus als Hij de erfgenaam is van alles. Ik denk dat je wel ziet dat deze verschillende waarheden zich als schakels in een ketting opvolgen. De Geest van de aanneming bewijst het feit van de aanneming — Omdat we aangenomen zijn, zijn we kinderen — Als we kinderen zijn, dan zijn we erfgenamen — Als we erfgenamen zijn, dan zijn we erfgenamen van God, want Hij is onze Vader — Maar omdat er nog een erfgenaam is, Jezus Christus, moeten wij mede-erfgenamen zijn met Christus. Je bent gezegend wanneer deze redenering voor jou niet abstract maar werkelijkheid is. Je bent gelukkig als je de apostel stap voor stap kunt volgen.
Ter overdenking
Christus is Erfgenaam gemaakt van alles (Hebreeën 1:2). Zijn mede-erfgenamen erven met Hem, onder andere, de aarde (Mattheüs 5:5), het eeuwige leven (Mattheüs 19:29), het Koninkrijk (Mattheüs 25:34; Jacobus 2:5), de zaligheid (Hebreeën 1:14), de beloften (Hebreeën 6:12), de gerechtigheid door het geloof (Hebreeën 11:7) en de genade van het leven (1 Petrus 3:7). In Christus is alles van jou (1 Korinthe 3:21–23).
Preek nr. 402, 28 juli 1861