En zie, Ik ben met u. Genesis 28:15
Ik ben met u.’ Wat moet dat Jakob heerlijk hebben toegeschenen in die plaats waar hij lag, met heggen als gordijnen, de hemel als zijn baldakijn, de aarde als zijn bed, stenen als zijn kussen en God als zijn Metgezel! Ik ben met u. Morgen, als gij uw ogen opendoet, zult gij omkijken naar het westen en zeggen: ik heb het huis van mijn vader, en van mijn moeder Rebekka, verlaten – en er zullen tranen in uw ogen zijn; en gij zult naar het oosten kijken en zeggen: ik ga naar het huis van de familie van mijn moeder, en ik ken hen niet, behalve dan dat ik over oom Laban heb gehoord dat hij hard en hebberig is; ik weet niet hoe hij me zal ontvangen. Maar is het niet heerlijk om op reis te gaan met een ‘Ik ben met u’? Ik, de eeuwig Gezegende. Ook al is uw moeder niet bij u, Ik ben met u. Is hier misschien een jonge vriend die van huis gaat? Ga je voor het eerst weg en voel je je verdrietig? Sta je op het punt te emigreren naar een ver land, en ligt dat als een steen op je hart? Ga niet voordat je hieraan houvast hebt: ‘Ik ben met u.’ Zeg tegen de Heere: Als Uw Geest niet met mij meegaat, doe mij van hier niet optrekken. Wacht tot Hij antwoord geeft: Mijn Geest zal met je gaan, en Ik zal je rust geven. Is God nu met u? Kan God met u zijn? Er komen zielen naar de kerk nadat ze ruzie hebben gemaakt met hun vrouw en hun gezin. God is niet met hen. Mensen die er kwalijke praktijken op nahouden en het Evangelie verwerpen – God kan niet met hen zijn. ‘Zullen twee tezamen wandelen, tenzij dat zij bijeengekomen zijn?’ Als u in Christus gelooft, en de Geest van God in u de ware vruchten van de Geest heeft voortgebracht, dan mag u zeggen: Hij is met mij.