Gezegend zal zijn uw korf, en uw baktrog. Deut. 28:5
Gehoorzaamheid brengt een zegen mee over alle leeftocht, die onze vlijt voor ons verdient. Wat inkomt en terstond weer uitgaat, evenals fruit in een korf, dat voor onmiddellijk gebruik dient, zal worden gezegend; en wat door ons voor een langere tijd wordt opzij gelegd, zal evenzo een zegen ontvangen. Misschien is de inhoud van een draagkorf ons deel. Wij hebben een weinig voor het ontbijt, en een karige bete voor het middagmaal in een korf, wanneer wij des morgens naar ons werk gaan. Dit is voldoende, want de zegen van God wordt aan de korf beloofd. Als wij leven van de hand in de tand, omdat wij de leeftocht van elke dag op die dag bekomen, zijn wij even goed af als Israël, want toen de HEERE Zijn geliefde volk onderhield, gaf Hij hun slechts elke keer het manna voor één dag. Wat hadden zij meer nodig? Wat hebben wij meer nodig? Maar als wij een voorraad bezitten, hoezeer hebben wij dan de HEERE nodig om die te zegenen. Want dan is er de zorg om te verwerven, de zorg om te bewaren, de zorg om te beheren, de zorg om te gebruiken, en als de HEERE niet zegent, zullen deze zorgen zich invreten in ons hart, totdat onze bezittingen onze góden worden en onze zorgen kankergezwellen blijken te zijn. O, HEERE, zegen ons bezit. Bekwaam ons het te gebruiken tot uw eer. Help ons de wereldse dingen op hun eigen plaats te houden en moge wat wij gespaard hebben nooit de redding van onze ziel in gevaar brengen.