Zo dan, die meent te staan, zie toe dat hij niet valle. 1 Korinthe 10:12
Verder lezen: Hebreeën 10:19-25
Deze sterke mensen zullen soms de genademiddelen niet gebruiken en daarom vallen ze. Er zijn hier sommige personen die zelden een godsdienstoefening bijwonen; zij belijden niet dat ze godsdienstig zijn. Ik weet echter zeker dat ze verbaasd zouden zijn als ik hun zou vertellen dat ik sommige belijdende godsdienstige mensen ken die in sommige kerken als ware kinderen van God worden beschouwd, die er toch een gewoonte van maken uit het huis van God weg te blijven, omdat zij zich inbeelden dat zij zo vergevorderd zijn dat ze daar geen behoefte aan hebben. Je glimlacht misschien over zoiets. Zij pochen op zulke diepe innerlijke ervaringen. Ze hebben thuis een boek dierbare preken en ze willen thuis blijven en die lezen. Ze hebben er geen behoefte aan om naar Gods huis te gaan, want ze rijk en verrijkt. Zij beelden zichzelf in dat ze zeven jaar geleden voedsel genoeg ontvangen hebben om de volgende tien jaar door te komen. Zij verbeelden zich dat hun ziel nu nog gevoed wordt door oud voedsel. Dit zijn onze arrogante, laatdunkende lieden. Ze zijn niet aanwezig aan de tafel des Heeren, waar het lichaam en het bloed van Christus gegeten en gedronken wordt, in de vorm van de heilige tekenen van brood en wijn. Je ziet ze niet in hun binnenkamer. Je zult niet merken dat ze de Bijbel met heilige belangstelling onderzoeken. Zij denken dat ze staan, ze zullen nooit bewogen worden. Ze verbeelden zich dat genademiddelen voor zwakkere christenen bedoeld zijn; ze verlaten deze middelen en dan vallen ze. Ze willen geen schoenen aan hun voeten en daarom worden ze door harde steentjes bezeerd. Ze willen de wapenrusting niet aandoen en daarom verwondt de vijand hen, soms bijna dodelijk. In dit diepe moeras van het nalaten van de middelen is menige trotse belijder gesmoord.
Ter overdenking
Thomas was tot zijn schade afwezig (Joh. 20:24 en 25). Kunt u uw ‘met excuses verhinderd’ altijd met een goed geweten aan de Heere en uw medekerkgangers laten doorgeven?
Preek nr. 22