Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem. Kolossenzen 2:6
Het geloofsleven wordt voorgesteld als ontvangen – iets wat precies het tegenovergestelde is van verdienste. Het is gewoon het aannemen van een gift. Zoals de aarde de regen opneemt, de zee de stromen ontvangt, en de nacht het licht van de sterren aanneemt, zo delen wij zonder iets terug te geven vrijelijk in Gods genade. De heiligen zijn van nature geen bronnen of stromen; ze zijn slechts vaten waarin het levende water stroomt: lege bekers waar God Zijn redding in uitstort. Ontvangen betekent dat je bewust bent van deze genade en haar aanvaardt. Je kunt niet zomaar een schaduw ontvangen; je ontvangt wat echt is. Dat geldt ook in het geloof: Christus wordt dan werkelijkheid voor je. Zonder geloof is Jezus voor ons slechts een naam, een persoon uit lang vervlogen tijden – geschiedenis die we lezen, maar die ons niet raakt. Door een daad van geloof wordt Jezus levendig en echt in het bewustzijn van je hart. Ontvangen betekent ook grijpen en bezit nemen. Wat je ontvangt, wordt van jou; je maakt het je eigen. Wanneer je Jezus ontvangt, wordt Hij je Verlosser – zozeer van jou dat noch het leven, noch de dood Hem van je kunnen afnemen. Dit alles is Christus ontvangen – Hem aanvaarden als de vrije gave van God, Hem in je hart werkelijkheid laten worden en Hem je eigen maken.
Gebed: Heere, leer mij Jezus met een oprecht geloof aan te nemen en Hem in mijn hart te omhelzen. Laat mij stevig vasthouden aan Uw gave, die noch leven, noch dood mij kan ontnemen. Amen.