Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de Heere denkt aan mij; Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder; o mijn God, vertoef niet. Psalm 40:18
Gods alwetendheid is voor de goddeloze geen troost, maar voor een kind van God is het een grote troost. God denkt altijd aan Zijn kinderen en Hij wendt Zijn oog nooit van hen af. Wat zou het vreselijk zijn om ook maar één moment te leven zonder dat de Heere in de hemel hen in het oog houdt. Tijdens al hun omzwervingen houdt de eeuwige Wachter Zijn waakzame blik op hen gericht. De Herder verliest Zijn schapen nooit uit het oog. Hun zorgen kent Hij, geen enkele pijnscheut ontgaat Hem. In hun aanvechtingen ziet Hij hun vermoeidheid. De Heere omringt hen op al hun wegen met Zijn zorg. De Heere leeft en denkt aan hen. Als de Heere aan ons denkt, dan is alles goed. Dan kunnen wij ons te allen tijde verblijden.