Des anderen daags wilde Jezus heengaan naar Galilea, en vond Filippus. Johannes 1:44
De dag waarop een ziel met Christus in contact komt, is de grootste dag van haar geschiedenis, omdat haar hele verleden erdoor wordt veranderd. En wat het heden betreft: wat begint een mens een heel ander leven te leiden op de dag dat hij de Heere vindt! Hij begint te leven in het licht, in plaats van dat hij dood is in de duisternis. Hij begint de voorrechten van de vrijheid te genieten, in plaats van te lijden onder de verschrikkingen van de slavernij. Hij is het pad naar de hemel ingeslagen, in plaats van voort te gaan op de weg naar de hel. Als we tot de kennis van Christus worden gebracht, is dat een werkelijke, totale en radicale verandering. Voor velen is het een hoogst vreugdevolle verandering. Ze voelen zich als de man die verlamd was geweest en die, toen Petrus in de Naam van Jezus tot hem sprak en hem oprichtte zodat de beenderen van voet en enkel kracht ontvingen, er niet tevreden mee was dat hij liep, want we lezen: ‘En hij opspringende stond en wandelde en ging met hen in de tempel, wandelende en springende en lovende God.’ Verbaast u dat? Als u een poosje uw benen niet had kunnen gebruiken, zou u, als ze weer helemaal in orde waren, het gevoel hebben dat u wel zou willen springen en God zou willen prijzen. Zo is het met een ziel die voor het eerst de Zaligmaker vindt. O gelukkige, gelukkige dag als de wonderdadige hand van Christus de geestelijke zwakheid van de ziel wegneemt en maakt dat de lamme springt als een hert, en de tong van de stomme zingt!