Geliefden, nu zijn wij kinderen van God. 1 Johannes 3:2 Verder lezen: Hebreeën 13:1-8
In de wereld die gaat komen, hoeven we niet te praten over rechtvaardig en sober leven. ‘Daar is alles zuiver en alles is schoon, daar is alles vreugde en liefde.’ Daar, in de hemel, hoeft niet te worden bemiddeld tussen de handelsman en de klant, tussen de schuldenaar en de schuldeiser, tussen de vader en het kind, tussen de man en de vrouw, want al deze sociale verhoudingen zullen voorbij zijn gegaan. Godsdienst moet bedoeld zijn voor dit leven; de verplichtingen ervan kunnen niet in praktijk gebracht worden tenzij dit hier gebeurt. Maar behalve dit zijn er andere plichten die op een christen rusten, leder mens heeft de plicht eerlijk en matig te zijn, maar voor een christen geldt een andere wet. Een christen heeft de plicht zijn vijanden lief te hebben, vrede te houden met alle mensen, te vergeven zoals hij vergeving hoopt te hebben ontvangen. Hij heeft de plicht om geen kwaad met kwaad te vergelden, om als hij op de ene wang geslagen wordt ook de andere toe te keren. Hij heeft de plicht om te geven aan degene die hem iets vraagt en zich niet af te wenden van degene die wil lenen. Hij moet een royaal mens zijn die royaal dingen weggeeft. Een christen heeft de plicht om de kinderen van zijn Meester te bezoeken als ze ziek zijn, zodat uiteindelijk tegen hen gezegd kan worden: ‘Ik was ziek en naakt en in de gevangenis en je hebt Mij opgezocht en in Mijn behoeften voorzien.’ Welnu, als de godsdienst niet iets voor deze wereld was, dan vraag ik je hoe het uiteindelijk mogelijk zou zijn haar plichten te vervullen. Er zijn in de hemel geen armen die we kunnen troosten en opzoeken, er zijn in de hemel geen vijanden die we genadig kunnen vergeven en er worden geen beledigingen geuit of onrechtvaardigheden ondergaan die we geduldig kunnen verdragen. Godsdienst moet allereerst bedoeld zijn voor deze wereld; de bedoeling moet geweest zijn dat we nu kinderen van God zouden zijn.
Ter overdenking
Geloof in Christus is de voorwaarde voor een plaats in de hemel. Goede werken doen voor Christus is de voorwaarde voor een beloning in de hemel in aanvulling op een plaats in de hemel (Mat. 10:40-42).