Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen… Efeze 1:3
Alles wat goed is – in het verleden, in het heden en in de toekomst – schenkt Christus aan Zijn volk. Al in de verborgenheid van de eeuwigheid was Jezus de eerste die door de Vader werd uitverkoren. En in Hem gold die uitverkiezing ook voor ons, want nog vóór de grondlegging van de wereld waren wij al in Hem verkoren. Van eeuwigheid bezat Hij het voorrecht van het kindschap, als de eniggeboren en geliefde Zoon van de Vader. Maar in Zijn onbegrensde genade heeft Hij ons daarin laten delen: door wedergeboorte en aanneming mogen ook wij kinderen van God heten. Hij verzekert ons zelf: “Allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden.” Het eeuwige verbond behoort ons toe – een bron van zekerheid, troost en vaste hoop. Ook Zijn Menswording, met al de verbazingwekkende nederigheid die daarmee gepaard ging, is voor ons. Zijn angstige zweet in Gethsémané, de geseling, het kruis – Hij heeft het allemaal voor ons gedragen. En alle zegeningen die voortkomen uit Zijn volmaakte gehoorzaamheid, Zijn volbrachte verzoening, Zijn opstanding, hemelvaart en voortdurende voorbede – ze zijn allemaal van jou, van mij, van ons. Vergeet dit niet: op Zijn borst draagt Hij onze namen. Wanneer Hij staat voor de troon van God, noemt Hij jouw naam en voert Hij jouw zaak aan. Zijn heerschappij over machten en vorstendommen, Zijn majesteit in de hemel – alles stelt Hij ten dienste van hen die hun vertrouwen op Hem stellen. Zijn verhoging is net zo goed voor ons als destijds Zijn vernedering. Onthoud dit voor altijd: Hij die Zichzelf voor jou gaf, tot in de diepste ellende en tot in de dood, heeft die gave nooit teruggenomen – ook nu niet, nu Hij verheerlijkt is en op de hoogste troon van de hemel zit. Alles wat Hij is, alles wat Hij heeft, stelt Hij nog steeds met liefde ten dienste van jou.
