De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten. Psalmen 51:17
Als u en ik een gebroken geest hebben, vinden wij onszelf onwaardig. Want wat is het nut van een gebroken hart? Het is net als een gebroken pot, of een gebroken kruik, of een gebroken fles! Mensen gooien het op de mesthoop. Vandaar dat David zegt: “een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten” (Psalm 51:17 SV), alsof hij voelde dat iedereen het zou verachten. Voelt u dat u niet van belang bent? Hoewel u weet dat u een kind van God bent, hebt u toch het gevoel dat u geen cent voor uzelf zou geven. U zou de eerste plaats niet willen opeisen; de achterste rang past het best bij u, en u vraagt uzelf af of u wel in het leger van de Heere bent, in welke rang dat dan ook mocht zijn. O broeders, ik geloof dat hoe meer God ons gebruikt, hoe minder we aan onszelf zullen denken; en hoe meer Hij ons vult met Zijn Geest, hoe meer onze eigen geest in ons zal wegzinken in totale verbazing dat Hij ooit gebruik zou moeten maken van zulke gebroken vaten als wij! Welnu, accepteer dat gevoel van leegte en onbelangrijkheid nu eens; accepteer het niet alleen als een gevoel, maar wees in het midden van uw broeders minder dan het minste; verootmoedig uzelf in verwondering dat God uw naam überhaupt op de rol van Zijn uitverkorenen zou moeten laten staan. Bewonder de genade van God voor u en verbaas u erover in diepe vernedering van de geest. Dat is een deel van het offer dat God niet zal verachten.