HEERE, toen ik Uw tijding hoorde, heb ik gevreesd. HEERE, Uw werk, behoud het in het leven in het midden van de jaren, maak het bekend in het midden van de jaren; denk in Uw toorn aan ontferming! (Habakkuk 3:2)
Lees verder Psalm 85:1—13.
O God, ontferm U over Uw arme kerk, bezoek haar en doe haar herleven. Ze heeft maar kleine kracht, ze verlangd er naar Uw woord te houden, vernieuw haar, herstel in haar Uw kracht en geef dat ze groot zal zijn in dit land. Er is ook genade nodig voor het land zelf. Dit is een zondig land, dit Engeland. We vinden haar zondigheid overal. De zonde stroomt door de straten, we hebben een randje van sierlijke moraliteit, maar daarachter schuilt een hoop verdorvenheid. Er is niet alleen immoraliteit ’s nachts op de straten, maar kijk naar de oneerlijkheid van zakenmensen op hoge plaatsen. Er wordt geknipoogd naar het bedriegen en stelen op de grootste schaal. Kleine dieven worden gestraft maar de grote dieven worden niet aangeraakt. Dit is een zondige stad, deze stad Londen en het land is vol dronkenschap, overspel, diefstal en paapse afgoderij. Ik ben niet de juiste profeet om deze last op me te nemen, mijn temperament is niet dat van Jeremia. Maar ik mag in ieder geval met Habakkuk, nadat hij het woord van God gehoord had, vrezen en je oproepen om te bidden voor dit land en te vragen dat God Zijn werk zal doen herleven opdat deze dronkenschap opgegeven wordt, dat deze oneerlijkheid zal verdwijnen, dat dit grote sociale kwaad uit het politieke lichaam wordt gesneden zoals een dodelijk kanker weggesneden wordt door het mes van de chirurg. O God, om Uw genade, werp dit eiland van de zee niet weg. Geef haar niet over aan inwendige verwarring. Laat haar niet voor altijd in donkerheid en duister maar doe Uw werk herleven “in het midden van de jaren, maak het bekend in het midden van de jaren; denk in Uw toorn aan ontferming!”
Ter overdenking
Ondanks de opwekking in 1859 was Groot-Brittannië aan het einde van de 19e eeuw duidelijk niet zoals vroeger en het begin van de 21e eeuw waren zeker opnieuw slechte dagen. De zonde is nog steeds de schandvlek voor elk volk (Spreuken 14:34). Bid dat God ons, ook in Nederland, opnieuw zal doen herleven. Dat Zijn volk zich in Hem verheugd (Psalm 85:6) en dat de gerechtigheid het volk zal verhogen (Spreuken 14:34).
Preek 725, 16 december 1866