En Zijn dienstknechten zullen Hem dienen; en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn. Openbaring 22:3 en 4
Drie goedgekozen zegeningen zullen je deel zijn in het heerlijke land. ‘Zijn dienstknechten zullen Hem dienen.’ Geen andere heren zullen je onderdrukken, geen andere dienst zal je pijn doen. Wij zullen Jezus altijd altijd dienen, perfect, zonder moeite en zonder fout. Dit is de hemel voor een heilige, om in alle dingen de Heer Christus te dienen. Het diepe verlangen van de ziel voor de eeuwigheid is om Zijn eigendom te zijn als Zijn knecht. ‘En zij zullen Zijn aangezicht zien.’ Dit maakt de dienst vreugdevol: het is de onmiddellijke beloning voor die dienst. Wij zullen onze Heer kennen, want we zullen Hem zien zoals Hij is. Het aangezicht van Jezus zien is de hoogste gunst die de trouwste knecht van de Heere kan vragen. Wat kon Mozes nog meer vragen dan: ‘Toon mij nu Uw heerlijkheid’? (Ex. 33:18) ‘En Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn.’ Zij kijken naar hun Heer totdat Zijn naam op hun voorhoofd gefotografeerd is. Zij worden door Hem erkend en zij erkennen Hem. Het verborgen teken van inwendige genade ontwikkelt zich tot het openbare merkteken van beleden verwantschap. Heere, geef me deze drie dingen hier in beginsel, opdat ik ze in hun volheid mag bezitten in Uw eigen, zalige woning!