Er is geschreven. Mattheüs 4:4
Onze Heere heeft de Schrift gebruikt om de verzoeking te doven. Hij werd ertoe verzocht argwaan te krijgen. Er lagen stenen bij Zijn voeten, want iedereen lust brood. Er was geen brood, en Hij had honger. De argwaan zei: God heeft U verlaten, Gij zult verhongeren. Houd dus maar op om knecht te zijn, word baas en beveel dat deze stenen broden worden. Maar Jezus is de verzoeking om Zichzelf van voedsel te voorzien, vol argwaan tegemoet getreden met te zeggen: ‘Er is geschreven.’ Welnu, jonge christenen of oude christenen, u kunt, als God het zo beschikt, ergens terechtkomen waar u denkt niets meer te hebben, en als u dan bang bent dat God niet voor u zal zorgen, krijgt u de duistere ingeving: Ik zal handelen op de manier van de onrechtvaardigen, en zo mezelf in comfortabele omstandigheden brengen. Het is waar, de daad kon wel eens verkeerd zijn, maar veel mensen zouden dat doen – en dus fluistert de satan: Nood breekt wet, pak de kans die je nu hebt. Op zo’n moment bent u de vijand vóór door te zeggen: Er is geschreven: ‘Gij zult niet stelen.’ Wij hebben het bevel om niets verkeerds tegen onze naaste te doen en hem niet te benadelen. Er is geschreven: ‘Vertrouw op de Heere en doe het goede; bewoon de aarde en voed u met getrouwheid.’ Er is geschreven: ‘Hij zal het goede niet onthouden degenen die in oprechtheid wandelen.’ Alleen zo kunnen we veilig de verzoeking van de argwaan tegemoet treden.