Voorts geschiedde het, als Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen ophief, en zag toe, en ziet, er stond een Man tegenover hem, Die een uitgetogen zwaard in Zijn hand had. En Jozua ging tot Hem, en zeide tot Hem: Zijt Gij van ons, of van onze vijanden? En Hij zeide: Neen, maar Ik ben de Vorst van het heir des Heeren: Ik ben nu gekomen! Toen viel Jozua op zijn aangezicht ter aarde en aanbad Jozua 5:13-14
Er loopt een karmozijnrode lijn tussen de rechtvaardigen en de goddelozen, de lijn van het verzoeningsoffer; niets anders dan het geloof kan die lijn overschrijden. Het geloof in het kostbare bloed is het grote onderscheid aan de wortel, en al de genade dat uit het geloof voortkomt zal steeds meer scheiding brengen tussen de rechtvaardigen en de goddeloze wereld, die de wortel en daarom ook de vrucht niet heeft. Gelooft u in Jezus Christus? Aan wiens kant staat u? Bent u voor ons of voor onze vijanden? Verzamelt u zich bij de kreet van het kruis? Trekt de verheven banier van de liefde van een stervende Verlosser u aan? Zo niet, dan blijft u buiten God, buiten Christus, een vreemdeling van het gemenebest van Israël, en zult u uw deel hebben onder de vijanden van de Heiland. Er is een scherpe scheidslijn tussen de rechtvaardigen en de goddelozen, zo duidelijk als de scheidslijn tussen het leven en de dood. Een mens kan niet tussen dood en leven zijn; hij is ofwel levend ofwel dood. Er bestaat een duidelijke scheidslijn tussen leven en dood, en zo’n scheiding wordt door God vastgelegd tussen de rechtvaardigen en de goddelozen. Er zijn geen tussenpersonen; geen tweeslachtige bewoners in de genade en buiten de genade; geen wezens, die noch zondaars, noch heiligen zijn. Of je leeft door de invloeden van de Heilige Geest, of je bent dood in overtredingen en zonden.