Selecteer een zoekfilter
Zoek in titel
Zoek in inhoud

De schatkamer van David

24 januari | Bijbels Dagboek De Schatkamer Van David

1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Scheminith. 2 Behoud, o HEERE; want de goedertierene ontbreekt, want de getrouwen zijn weinig geworden onder de mensenkinderen. 3 Zij spreken valsheid, een ieder met zijn naaste, met vleiende lippen; zij spreken met een dubbel hart. 4 De HEERE snijde af alle vleiende lippen, de grootsprekende tong; 5 Die daar zeggen: Wij zullen de overhand hebben met onze tong; onze lippen zijn onze! Wie is heer over ons? 6 Om de verwoesting der ellendigen, om het kermen der nooddruftigen, zal Ik nu opstaan, zegt de HEERE; Ik zal in behoudenis zetten, dien hij aanblaast.

Behoud, o Heere.’ Een kort, maar mooi, sprekend, passend en dienstig gebed; een soort engelenzwaard, dat naar alle kanten werkt en bij alle gelegenheden gebruikt kan worden. De psalmist ziet het extreme gevaar van zijn positie, want een mens is veiliger tussen leeuwen dan tussen leugenaars. Hij voelt zijn eigen onvermogen om de zonen van de duivel aan te pakken, en wendt zich daarom tot zijn Helper, de Heere, Wiens hulp nooit aan zijn dienaren wordt ontzegd, en Wiens bijstand genoeg is voor al hun noden. ‘Behoud, o Heere’, is een zeer bruikbare geroepen smeekbede die wij op de hemel kunnen richten ten tijde van benauwdheid, bij inspanning, leren, lijden, strijden, bij leven of bij sterven.

De dood, het vertrek of het afhaken van godvrezende mensen moet een bazuinsignaal voor meer gebed zijn. We moeten echter op dit punt niet te snel oordelen, want Elia vergiste zich toen hij meende dat hij de enige nog levende dienaar van God was, terwijl er nog duizenden waren die de Heere achter de hand hield. Het heden lijkt altijd het gevaarlijkst, omdat onze angstige blik daarop is gevestigd en alle kwaden die zich breed maken onvermijdelijk opgemerkt worden, terwijl de onvolkomenheden van het verleden verder weg zijn en makkelijker over het hoofd worden gezien. Toch verwachten wij dat in de laatste dagen, ‘omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden’, de liefde van velen zal verkouden. Dan moeten we ons des te meer afwenden van de mens, en ons richten tot de Heere der kerk, door Wiens hulp belet zal worden dat de poorten van de hel ons overweldigen.

Te Zijner tijd zal de Heere Zijn uitverkorenen horen die dag en nacht tot Hem roepen, en hoewel Hij hun verdrukking lange tijd toestaat, zal Hij hen toch ineens wreken. Merk op dat de verdrukking van heiligen, hoe stil zij die ook ondergaan, zelf al een roep tot God is. Niets beroert een vader zozeer als de kreten van zijn kinderen; Hij wekt Zichzelf op, doet Zijn manhaftigheid ontwaken, verslaat de vijand en brengt Zijn geliefden in veiligheid. De nooddruftigen durfden niet te spreken, en konden alleen in stilte zuchten; maar de Heere hoorde het en kon niet langer rusten, maar gordde Zijn zwaard aan voor de strijd.

Het is een mooie dag als ons hart God in zijn twist betrekt, want wanneer Zijn ontblote arm gezien wordt, zal de dag van de strijd de Filistijnen berouwen. De donkerste uren van de nacht van de kerk zijn die vlak voor de dageraad, ’s Mensen uiterste is Gods kans. Jezus zal komen verlossen juist op het moment dat Zijn nooddruftigen zullen zuchten, als ware alle hoop voorgoed geweken. Hij Die belooft ons in veiligheid te stellen, bedoelt daarmee: bewaring op aarde, en eeuwig heil in de hemel.

Overweging:

Wanneer mensen niet langer trouw zijn aan hun God, zal hij die verwacht te zien dat ze trouw zijn aan elkaar, zeer teleurgesteld worden .

Dag gemist? Bekijk hier het hele Dagboek.

Welkom Terug!

Log hieronder in op uw account

Maak een nieuw account!

Vul de onderstaande formulieren in om te registreren op Het Spurgeon Archief

Haal uw wachtwoord op

Voer uw gebruikersnaam of e-mailadres in om uw wachtwoord opnieuw in te stellen.