Ik zal de HEERE zingen, omdat Hij aan mij welgedaan heeft. Psalm 13:6
Mijn ziel! keer weder tot uw rust, want de HEERE heeft aan u welgedaan’ (Ps. 116:7). Het was op het stille uur, toen de poorten van de dag gesloten werden, dat de duif met vermoeide vleugelslag terugkeerde naar zijn meester: O, Heere, vergun mij deze avond terug te keren tot Jezus. Ze kon het niet verdragen de nacht zwevend boven de wateren door te brengen. Zo kan ik zelfs geen uur buiten Jezus, de rust van mijn hart, het thuis van mijn geest. Ze nam er zelfs geen genoegen mee om rust op het dak van de ark te vinden, maar ze kwam naar binnen. Zo wil ook mijn geest geborgen zijn in de Heere, doordringen tot het diepste van de waarheid, binnengaan in wat achter het voorhangsel ligt om zo werkelijk mijn Geliefde te bereiken. ‘De HEERE is lankmoedig, doch van grote kracht’ (Nah. 1:3), maar de grootheid van Zijn kracht brengt ons genade. Dierbare lezer, hoe is het vandaag met u gesteld? Kunt u door nederig- makend geloof opzien tot Jezus en zeggen: ‘Mijn Losser, U bent mijn rots en mijn vertrouwen’? Wees dan niet bevreesd voor Gods macht, want nu u vergeving hebt ontvangen en aangenomen bent, nu u door het geloof tot Christus gevlucht bent, hoeft de macht van God u niet langer af te schrikken, evenmin als iemand bevreesd hoeft te zijn voor het schild en het zwaard van een krijger die hem liefheeft. Verheug u in plaats daarvan dat Hij, Die groot van macht is, uw Vader en Vriend is.