Gij kroont het jaar Uwer goedheid. Psalm 65:12
Geliefden, we zien uit naar een tijd wanneer het jaar van de wereld met Gods goedheid gekroond zal worden – en dat op het hoogst en onbegrensd. De eeuwen ijlen voort, en nog talmt de duisternis; het wordt laat, en nog zitten de afgoden op hun troon. Nóg regeert Christus niet, en Zijn Koninkrijk, waarin geen lijden is, is nog niet gekomen; de scepters zijn nog in de handen van despoten. Tevergeefs, tevergeefs, o aarde, hebt gij glorieuze dagen verwacht, want nog altijd ligt een stikdonkere nacht over uw zonen. Maar de dag zal komen – en de tekenen dat hij komt worden steeds duidelijker – de dag zal komen waarop de oogst van de wereld wordt binnengehaald. Christus is niet tevergeefs gestorven. Hij heeft de wereld verlost met Zijn bloed, en Hij zal de hele wereld bezitten. Van de oostkust tot de westkust zal Christus regeren; tóch zal het Zaad der vrouw de machten van de duisternis terugdrijven in de woningen van hun boosheid, tóch zal Hij de kronkelende slang doorsteken en de leviathan die is in de diepten der zee in stukken snijden. De bazuin zal klinken, en de menigten die Hij vertegenwoordigde toen Hij als het grote Beweegoffer verrees, zullen van de doden opstaan, uit de aarde en de zee. In de dag van Zijn verschijning zullen de koningen der aarde hun soevereiniteit afstaan, en alle volken Hem heilig noemen. Doe nog maar een poosje kalm aan, geliefden, wacht nog een tijdje, en wanneer u de roep zult horen: Halleluja, halleluja, de Heere God almachtig regeert – dan zult u weten dat Hij het jaar van Zijn goedheid kroont.