Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden. Psalm 103:2
Het is een vreugdevolle en nuttige bezigheid de hand des Heeren op te merken in het leven van vroegere heiligen en om Zijn goedheid aan hen bewezen te zien, Zijn ontferming in hun vergeving en Zijn trouw in het onderhouden van het verbond met hen. Maar zou het nog niet van groter belang en nog profijtelijker zijn als we de hand van God in ons eigen leven kunnen opmerken? Zouden we niet op onze eigen levensgeschiedenis behoren terug te zien die minstens zo vervuld van God was, zo vol van Zijn goedertierenheid en van Zijn waarheid, waarin Zijn trouw en waarachtigheid bleken als in de levens van de heiligen die ons zijn voorgegaan? We doen de Heere onrecht als we veronderstellen dat Hij al Zijn machtige daden tot stand bracht en Zichzelf krachtig betoonde aan degenen in het verre verleden, maar dat Hij die wonderen nu niet meer doet of Zijn arm niet meer ontbloot voor de heiligen die nu op aarde leven.