Wanneer Hij zal gekomen zijn, om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen, en wonderbaar te worden in allen, die geloven (overmits onze getuigenis onder u is geloofd geworden) in dien dag. 2 TESSALONICENZEN 1:10
De volledige verheerlijking van Christus in Zijn heiligen zal zijn wanneer Hij voor de tweede keer zal komen, volgens het zekere woord van de profetie. Hij wordt nu in hen verheerlijkt, want Hij zegt: “En al het Mijne is Uw, en het Uwe is Mijn; en Ik ben in hen verheerlijkt.” (Johannes 17:10 SV); maar vooralsnog is die heerlijkheid eerder voor zichzelf waarneembaar dan voor de buitenwereld. De lampen worden in gereedheid gebracht; ze zullen snel schijnen. Dit zijn de dagen van voorbereiding voor die sabbat die in oneindige zin een hoogtepunt is. Zoals van Esther werd gezegd, dat zij zich met mirre en zoete geuren zoveel maanden voorbereidde voordat zij het paleis van de koning binnenging, om zich door hem te laten omhelzen, zo worden wij nu ook gezuiverd en voorbereid voor die dag waarop de vervolmaakte kerk aan Christus zal worden voorgesteld als een bruid voor haar man. Johannes zegt van haar dat ze ‘toebereid is als een bruid, die voor haar man versierd is’. Dit is onze nacht, waarin we moeten uitzien, maar zie, de ochtend komt, een ochtend zonder wolken, en dan zullen we in een zevenvoudig licht lopen omdat onze Geliefde is gekomen. De tweede komst van Hem zal Zijn openbaring zijn: Hij was hier onder een wolk, en de mensen zagen hem niet, behalve enkele die Zijn glorie aanschouwden; maar als Hij een tweede keer komt, zullen alle sluiers worden verwijderd en ieder oog zal de glorie van Zijn aangezicht zien. Hierop wacht Hij, en Zijn kerk wacht met Hem.