Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing; Opdat het zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in den Heere. 1 KORINTIERS 1:30-31
Als je God dankt voor de goede dingen die Hij voor je gedaan heeft, dank Hem dan niet alleen dat Hij je bewaard heeft voor de zonde, maar ook dat Hij je in staat stelt Zijn wil te doen. Geen mens heeft het recht om de eer te krijgen voor zijn oprechtheid, want als hij een christen is, is die oprechtheid het geschenk van Gods genade en het werk van Gods Geest in hem. Als je in je jeugd een openhartig, eerlijk getuigenis over het Woord van God hebt gegeven en vervolgens alle bruggen achter je in brand hebt gestoken en alle verbondenheid met het verkeerde wat achter je lag hebt verbroken, als je het hebt aangedurfd om je in te zetten voor het verachte volk van God, prijs Hem daar dan voor en reken het als een grote gunst die Hij aan je gedaan heeft, omdat Hij je in staat heeft gesteld om zo te handelen. Wanneer je met steekpenningen werd verleid, tot nu toe hebt kunnen zeggen: “Ga achter mij, satan,” en Christus dicht op de hielen volgde, geef God er dan alle glorie van, prijst Zijn heilige Naam. In een dergelijk geval is eerlijkheid zijn eigen beloning. Gehoorzaam zijn aan Christus is een van de grootste zegeningen die God aan een mens kan geven. Er zijn sommigen onder ons die God moeten danken omdat er, toen er benauwde tijden waren zij geen uitweg zagen; totdat vrienden en vijanden hen op een andere manier wezen, zo zagen we wat de weg van onze Meester was en volgden we die door Zijn genade. We zullen Hem daarvoor tot in de eeuwigheid moeten danken.