Als hij nu Jezus van verre zag, liep hij toe, en aanbad Hem. En met een grote stem roepende, zeide hij: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone Gods, des Allerhoogsten? Ik bezweer U bij God, dat Gij mij niet pijnigt! Markus 5:6-7
Waar Jezus komt, is er beroering. Nauwelijks zet Hij zijn voet op de kust van Gadara of Hij wordt onmiddellijk aangevallen door de machten van de duisternis, en het duurt niet lang voordat de hele bevolking van het district door Zijn aanwezigheid wordt getroffen. Hoe onbeduidend andere mensen ook zijn, Jezus is dat nooit. Hij is altijd ofwel “een reuk des doods ten dode;” ofwel “een reuk des levens ten leven” (2 Korintiërs 2:16 SV). Hij is nooit een smakeloze Christus. Er gaat altijd deugd uit Hem, en die deugd wakkert het verzet van de boosdoeners aan, zodat ze meteen naar voren komen om tegen Hem te strijden. U herinnert zich dat toen Paulus en Silas in Thessalonike predikten, de ongelovige Joden uitriepen: “Dezen, die de wereld in roer hebben gesteld, zijn ook hier gekomen” (Handelingen 17:6 SV). Was dat een prachtig iets? Neen, was het niet precies wat de Heere Jezus Christus had voorspeld toen Hij zei: “Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.” (Matteüs 10:34 SV)? Hij zei dat er door Hem verdeeldheid zou ontstaan, zelfs in gezinnen, zodat een man het oneens zou zijn met zijn vader, en een dochter met haar moeder, en de vijanden van een man zouden die van zijn eigen huisgenoten zijn. Overal waar Christus komt is er beroering en Zijn Evangelie moet overal waar het gepredikt wordt voor opschudding zorgen. Stilstand is niet in overeenstemming met het leven. Doodslaap is de toestand van hen die dood zijn in zonde, maar tot actie worden aangezet is het zekere gevolg van het Evangelie dat met kracht naar een ieder komt.