Overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht. Psalm 16:11
Je moet met vreugde en ontzag tot de troon naderen. Wij behoren door Gods genade tot de bevoorrechten die voor Zijn aangezicht mogen komen. Is dat geen reden om blij te zijn? Je had in Zijn gevangenis kunnen zitten, maar nu sta je voor Zijn troon. Je had voor altijd uit Zijn aanwezigheid verbannen kunnen worden, maar in plaats daarvan mag je dichtbij komen—zelfs in Zijn koninklijk paleis, in de geheime kamer waar Hij je genadig ontvangt. Moet je daar niet dankbaar voor zijn? En laat die dankbaarheid uitgroeien tot echte vreugde. Besef je hoeveel eer het is dat jij zo’n grote gunst ontvangt telkens wanneer je mag bidden? Waarom zou je dan bedroefd kijken als je voor de troon der genade staat? Als je voor de troon van gerechtigheid en oordeel zou staan om veroordeeld te worden om je zonden, dan zou je je hoofd laten hangen. Maar nu mag je naderen tot de Koning, gehuld in Zijn liefde. Laat daarom je gezicht stralen van vreugde. Is je last zwaar? Vertel het Hem—Hij kan het verlichten. Zijn je zonden talrijk? Belijd ze—Hij kan ze vergeven. Dus jij, die voor deze Koning mag staan: wees blij, wees vol vreugde, en laat je gebeden doortrokken zijn van lofprijzing.