Om uwentwil 2 Kor. 8:9 Voor Hem Fil. 1:29
De toetssteen van elke daad ligt in haar motief. Veel daden die prachtig leken, bleken dat helemaal niet te zijn, omdat de bedoeling erachter niet goed was. Daden, die ons armelijk en onbeduidend voorkwamen, werden door hun edele bedoeling erachter juist heel mooi en heerlijk. Zoals het belangrijkste deel van een horloge de grote veer is, zo is de intentie die er achter zit, het belangrijkste van een daad. Mijn preek over deze twee teksten zal laten zien met welk motief Christus Zijn verlossingswerk volbracht en met welk motief wij Hem zouden moeten dienen. Hij deed alles voor ons, wij behoren alles voor Hem te doen. Vestig uw aandacht niet in de eerste plaats op de daad, maar op het motief dat eraan ten grondslag ligt.
Hoe minder zelfzucht in een daad, hoe mooier die is. Een groot werk dat begonnen en beëindigd wordt voor onszelf, verdient veel minder lof dan een zwakke poging anderen te helpen. Egoïsme is misschien wel het ergste van alle intenties. Ook geestelijk egoïsme is een kwaad waar we bang voor moeten zijn. Christus was nooit egoïstisch. Hij kwam niet voor Zichzelf op aarde en leed niet voor Zichzelf. Hij leefde en stierf voor anderen. Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.In deze heerlijke onbaatzuchtigheid is Christus niet alleen onze Redder, maar ook ons Voorbeeld. Hij leefde niet voor Zichzelf.
Ook wij moeten leren onszelf te verloochenen en te leven zoals Hij ons leerde. Als we voor Hem leven en handelen, zullen we in Zijn voetsporen wandelen.
In deze dagen worden we vaak opgeroepen om goed te doen en voor anderen te leven en we moeten gehoor geven aan deze oproep. Maar er is vaak zó weinig opoffering in te vinden, dat we zonder hoger motief moe van onze pogingen zullen worden. De goede weg ligt in het leven voor Christus, zodat we voor Hemonze medemensen redden. Met deze noodzakelijke kracht zullen we niet uitgeput raken van het ‘weldoen’, want ondanks het verlaten worden door mensen en het teleurgesteld raken in mensen, zal deze kracht ons voortdrijven en altijd dezelfde blijven. Als we onszelf influisteren: ‘voor Hem’, zullen we sterk gemaakt worden om te lijden of te arbeiden.
Als u zo elke dag Zijn zaak dient en uzelf realiseert dat Hij Zichzelf in uw belang overgaf tot zware arbeid en lijden en zelfs tot de dood, zult u dagelijks groeien in uw liefde tot God. Zijn goddelijke medelijden met mensen zal u blijvend bezig houden. U zult boven dit dagelijkse leven uitgetild worden. U zult, door goeddoend door het leven te gaan, de zorgen van andere mensen kunnen verlichten. U zult steeds meer gelijkenis met Hem vertonen.
Ik hoorde eens van een man uit een zekere stad, die totaal niet begrepen werd tijdens zijn leven. Het was bekend dat hij een ruim inkomen had, en toch leefde hij zeer sober. Er werd hardop gemopperd als men keek naar de zeer afgemeten hulp die hij de mensen in zijn omgeving gaf. Hij beperkte zich op allerlei manier en potte zijn geld op. De publieke opinie wijzigde zich pas toen hij gestorven was en het motief voor zijn gedrag duidelijk werd. Hij liet een fortuin na met het doel in zijn stad, waar hij altijd veracht was, een waterleiding en -reservoir te laten bouwen, zodat de constante aanwezigheid van vers water gewaarborgd zou zijn. Dit was dringend nodig, omdat de inwoners al lang leden onder de droogte en als gevolg hiervan ontstane ziekten. Al die jaren dat zij hem zo verkeerd beoordeelden, handelde hij stil en onbaatzuchtig in hun belang. Persoonlijke verontschuldiging was niet meer mogelijk; ze konden slechts hun nageslacht op de hoogte brengen van zijn nobel en goedgeefs gedrag. Maar wij kunnen veel doen voor Hem, die ons het Levend Water bracht en Die, hoewel Hij stierf, nu weer leeft en eeuwig zal blijven leven. Als Hij mij zo liefhad en voor mij leefde, is niets wat ik voor Hem kan doen te veel.
Zonder stil te staan bij het onmiddellijk verband tussen deze twee zeer bekende en mooie teksten, wil ik er een liefdesverbond in zien: kijk eens wat Jezus voor ons deed en laten we bedenken wat we kunnen doen voor Hem. In uw belang deed Christus al Zijn liefdeswerk. Daarom worden we opgeroepen in Zijn belang te leven en te werken tussen de mensen. Ik hoop dat Zijn liefde onze liefdesgloed zal aansteken!
Laten we eerst letten op het motief dat Christus had om Zijn werk te verrichten: om uwentwil. Wie in Christus geloven, mogen weten dat Christus voor hen leed en stierf.
Als we nadenken over wat Christus heeft bewogen om ons te redden, moeten we onszelf realiseren dat Hij een verheven persoon was. Hij was God. Hij heeft het geen roof geacht aan God evengelijk te zijn.Hij heeft de hemelen gemaakt. Zonder Hem is geen ding gemaakt, dat gemaakt is.De engelen hadden er lust in Hem eer toe te brengen; hun hele leven en dat van de hele hemelse menigte, stond in het teken van Zijn dienst. Alle krachten van de natuur waren aan Hem onderworpen. Hij had niets nodig om Hem te verheerlijken, alles was van Hem. Hij had de macht meer dan dit te scheppen. Hij alleen kon zeggen: Zo Mij hongerde, Ik zou het u niet zeggen; want van Mij is de wereld en haar volheid.Dag en nacht bezongen door al de heilige koren, ontbrak het Hem niet aan lof. Evenmin had Hij gebrek aan dienaren; legioenen van engelen stonden gereed Zijn bevelen te gehoorzamen, reagerend op het geluid van Zijn woord. Het was deze eeuwig-gezegende, die van eeuwigheid met de Vader was, en in Wie de Vader Zijn vermaak had. Die met een oog vol liefde op de mensen neerzag. Hij, die in Bethlehems stal lag, was zowel de Oneindige als het Kind. Hij, die hier het leven leidde van een arbeider, arbeidend en lijdend, was dezelfde God, die de hemel en aarde gemaakt had.
Die desondanks geboren werd om onzentwil. Terecht spreekt Jesaja over Hem in een profetisch visioen in koninklijke bewoordingen: De heerschappij is op Zijn schouder, en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.Laat die waarheid eens bezinken. Het was God Die de hemel om onzentwil verliet. Het was geen inferieur wezen zoals wij, maar de God der Goden, die u liefhad met een eeuwigdurende liefde. Ik heb hierover al veel nagedacht, maar ik heb nog nooit de gewenste bewoordingen gevonden om dit uit te drukken. Als mij verteld werd dat alle mensen voor mij zorgden, zou dat voor mij maar een druppel in een emmer zijn vergeleken met God, Die Zich over mij ontfermde. Als mij gezegd werd dat alle aardse prinsen een arme man te voet vielen, hun waardigheid afleggend, om de arme in zijn behoeften te kunnen voorzien, zou ik het kunnen aanmerken als goedheid door zichzelf te vernederen. Toch zou ik dit niet willen vergelijken met de oneindige en niet te evenaren liefde, die de Verlosser uit de hemel liet nederdalen om zulke onwaardige rebellen als wij waren, te verlossen en zalig te maken. Alle goedheid en liefde van alle mensen bij elkaar vormen slechts een kleine graankorrel, die niet bij machte is de weegschaal te doen doorslaan naast de eeuwigdurende bergen van Gods wonderlijke liefde.
Denk ook eens aan de onbetekende personen, over wie al die schatten van liefde werden uitgestort. Als u denkt aan de Persoon, die hier om onzentwil kwam, en dan denkt aan de personen die we zelf zijn, smelt uw hart dan niet bij deze gedachte? Als we onszelf werkelijk kennen, hebben we helemaal niet zo’n positieff beeld van onszelf, als we onszelf met Christus vergelijken. Ootmoed is dan de enige juiste houding. Wat zijn we meer dan de meest onbeduidende schepsels? Als ons hele geslacht uitgeroeid zou zijn, zou Gods schepping nauwelijks incompleet zijn. En als er al even een leegte zou zijn, zou God maar één woord hoeven te spreken en er zouden ontelbare, gehoorzamende schepselen tot Zijn dienst gereed staan. Hoe kwam het toch dat Jezus, de Zoon van God, leed voor zulke onwaardige schepselen?
Maar we zijn niet alleen onwaardig, maar ook zondig. Wij hebben gezondigd, evenals onze vaderen, wij hebben verkeerd gedaan; wij hebben goddeloos gehandeld.Ook Gods kinderen moeten belijden: Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een ieder naar zijn weg.Wat een wonder dat er dan aan toegevoegd wordt: maar de Heere heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen aanlopen.Als zondaars verdienen we niets anders dan Gods toom, maar vertrouwend op Zijn Zoon, krijgen we niets anders dan genade. Omdat we gezondigd hebben en al Zijn geboden overtreden, zou het rechtvaardig zijn als Hij zei: ’’Verdwijn voor eeuwig, schuldige opstandelingen”. In plaats daarvan zei Hij tot Zijn Eniggeboren Zoon: ”U zult sterven, opdat zij zullen leven. Ik zal Mijn Zoon, Mijn Isaacofferen op het brandofferaltaar, zodat jullie door Zijn dood zullen leven”. Dit is een groot wonder van genade, dit moet een van de dingen zijn, waarvan gezegd wordt dat de engelen begerig zijn die in te zien. Onze gedachten kunnen dit wonderlijke werk niet omvatten, evenmin als onze woorden het kunnen beschrijven.
Velen van ons zijn niet alleen zondig, zoals alle mensen zijn, maar ook nog in een bijzondere zin. Sommigen van ons zijn geneigd Saulus van Tarsen zijn plaats als ‘voornaamste der zondaren’ te betwisten. Het zal altijd een wonder voor mij blijven dat de Zoon van God heeft willen sterven voor mij. Was u een alcoholist, en heeft de Heilige Geest laten zien dat Jezus voor u stierf, zodat u nu gewassen bent in Zijn dierbaar bloed? Was u een van de vrouwen, die net als Maria Magdalena, met recht zondares genoemd kon worden? En hebt u, evenals zij, uw kleren witgewassen in Zijn bloed? Dan blijven alleen verwondering en dankbaarheid over.
Ik verbeeld me dat ik iemand hoor zeggen: ”Is het werkelijk waar dat genade voor mij is aangebracht door Gods eigen Zoon? Kon alleen de dood van de Eniggeboren Zoon mijn zondige ziel redden? Gaf Hij zich over om voor mij te sterven? Dan mag ik de genade aan mij bewezen wel bewonderen en mijn danklied opheffen tot Hem, die zulke grote dingen voor mij gedaan heeft.” Ieder afzonderlijk kan wel iets bijzonders voor zichzelf zien. Sommigen hebben uiterlijk niet zoveel zonden verricht als anderen. Maar ze zijn dubbel schuldig omdat ze een goede opvoeding kregen en tegen beter weten in zondigden. Sommigen van ons hebben hun geweten geweld moeten aandoen om te zondigen, zoals wij gezondigd hebben. Het kan zijn dat iemand van u veertig of vijftig jaar als ongelovige leefde, en dat u nu hebt leren buigen voor de dierbare voeten, die voor u doorboord werden. Ik ben er zeker van dat u Hem zegent, omdat Hij Zijn bloed vergoot voor u. En ik durf te zeggen dat u soms net zo denkt als ik, dat niemand in de hemel in staat zal zijn zo’n voortreffelijk danklied aan te heffen als u zal doen, wanneer de hemel weerklinken zal van de koorzang van hen, die uit de mensheid verlost zijn.
We hebben gekeken naar de verheven Persoon, die het grote werk van onze verlossing volbracht én naar de arme, zondige schepselen, voor wie Hij leed.
Ik nodig u uit om nu te kijken naar het wonderlijke werk dat door Christus tot stand werd gebracht. Om uwentwil is God vlees geworden. De Zoon van God nam onze natuur aan, want zonder die natuur zou Hij niet kunnen lijden en sterven. We lezen van Hem: In gedaante gevonden als een mens, heeft Hij zichzelf vernederd. Als we nog nooit van dit feit gehoord hebben, zullen onze oren en ons hart zich verwonderen. Ik voel me haast verplicht om na elke passage even te stoppen en te zeggen: ”Let op, kijk er eens naar!” Was er ooit zo’n wonder als dit: dat de Oneindige geboren werd? Dat hij at en honger had, dat hij dronk en dorstig was, dat Hij behoefte aan een woning had om te schuilen tegen de winterse stormen, maar niets had om het hoofd neer te leggen? Dat Hij behoefte had aan menselijke sympathie, maar dat al zijn discipelen Hem verlieten en vluchtten? Hij was een Man van smarten, en verzocht in krankheid.En dat al om onzent- wil.
De woorden die op onze tekst volgen zeggen ons, dat Hij arm geworden is. U weet dat in deze wereld iemands armoede eigenlijk afgemeten wordt aan de hand van de positie waarin hij in vroegere tijden verkeerde. Iemand die als een arme geboren wordt is niet zo arm als een koning, die vervallen is tot bedelarij. De eerste heeft geen ervaring met de weelde die rijkdom kan verschaffen, terwijl de andere zich nauwelijks zal kunnen aanpassen aan de omstandigheden die armoede en ontbering met zich meebrengen. Toen de Christus Gods, de Koning der Koningen en Heere der Heeren, door Zijn vrienden, maar bovenal door Zijn Vader was verlaten, en alleen overbleef om te lijden om uwentwil, is dat de puurste, ergste armoede die ooit gekend is.
Zie uw Heere onder de olijfbomen van Gethsemané. Zweet als druppels bloed valt op de grond, terwijl Hij in doodsbenauwdheid verkeert. Smekend bidt Hij: Indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan!.Maar die kon niet voorbijgaan, om onzentwil moest Hij tot op de laatste druppel gedronken worden. Zie Hem staan, zonder advocaat, voor Herodes, Pilatus en Kajafas – uit de angst en het gericht weggenomen.Let op Zijn lijden als Hij door de straten van Jeruzalem voortgedreven wordt, langs de Via Dolorosa. Let op Hem, als zij Zijn handen en voeten vastnagelen aan het hout en hem opheffen tussen aarde en hemel, om de dood van het kruis te ondergaan. Laat hen die dat willen, het lijden van Christus onderschatten. Ik geloof dat de God-Mens Jezus Christus een oneindig vermogen bezat om te lijden. En dat Zijn lichaam, dat zo wonderlijk ontstaan was, in staat was dit te verdragen, boven alle menselijk vermogens, terwijl tegelijkertijd het lijden van Zijn ziel de ziel van Zijn lijden is geweest.
Dit alles leed Christus om uwentwil. Wat een liefde en dankbaarheid moet er in uw hart zijn als u denkt aan alles wat Christus voor u deed! Als u een vrouw had die, tijdens uw ziekbed, zichzelf zo opofferde voor u met alle zorg die in haar was, zodat ze er door verzwakte en stierf; zou u niet met alle liefde in u aan haar terugdenken omdat ze uit liefde voor u gestorven was? Als u gered werd uit het water en uw redder tijdens deze reddingspoging zelf verdronk, zou u niet altijd aan zijn zelfopoffering teruggdenken? U zou altijd aan hem denken, omdat hij voor u stierf.
Er is een verhaal dat ik dikwijls herlezen heb. Het gaat over een Amerikaan, die zeer trouw een graf verzorgt en er regelmatig verse bloemen plant. Gevraagd naar zijn reden antwoordde hij: ’’Toen de tijd aanbrak dat ik de oorlog in moest, was ik verhinderd vanwege een aantal zaken. Mijn plaatsvervanger nam mijn taak op zich, maar stierf tijdens die oorlog”. De man had in de grafsteen op het zorgvuldig onderhouden graf de woorden gebeiteld: ‘hij stierf voor mij’. Er is iets ontroerends in het feit dat een ander in uw plaats moet sterven, en zeker in dat plaatsvervangend offer van onze Christus op Golgotha! Omdat u voelt dat u er op geen enkele manier recht op had dat Hij uw deel op zich nam. U hebt Hem zeer slecht behandeld. Ik heb tegen Hem overtreden. En toch leed Hij voor mij, nam Hij mijn plaats in, droeg Hij mijn zonden en stierf Hij voor mij. Als gevolg daarvan wil ik voor Hem leven, wil ik van Hem houden, wil ik mezelf helemaal aan Hem en Zijn heilige dienst overgeven. Om uwentwil stierf Christus. Als u dit gelooft, kunt u niet anders dan Hem liefhebben en dienen. Het is een oude geschiedenis die ik u voor ogen houd. Maar het is het belangrijkste onderwerp dat ooit uit een menselijke mond kwam of een menselijk hart ontroerde.
Ik wens dat u, die de Heere liefhebt, vervolgens let op de veelzijdige beweegreden die ten grondslag ligt aan het geweldige werk dat de Heere verrichtte en dat ik zo onvolledig beschreef als ‘om uwentwil’. Ik herinner u eraan dat alles wat Hij was en deed ‘om uwentwil’ was. ‘Om uwentwil’ het middemachtelijk gebed eenzaam op de bergtop. ‘Om uwentwil’ de bespotting en smaad, die Hem overal volgden waar Hij ging. ‘Om uwentwil’ doodsstrijd in de tuin. ‘Om uwentwil’ de geseling van de Romeinse zweep. ‘Om uwentwil’ geef Ik Mijn rug dengenen, die Mij slaan, en Mijn wangen aan hen, die Mij het haar uitplukken.‘Om uwentwil’ de schande en het speeksel. ‘Om uwentwil’ is Hij gehoorzaam geworden tot de dood, ja zelfs de dood van het kruis. Zeg het nu in uw hart en laat uw tranen de woorden vergezellen: ”Om onzentwil heeft Hij dit alles geleden”.
Denk een ogenblik aan Hem als Hij van het kruis afgenomen is. Zijn met bloed bedekt lichaam wordt in mooi, wit linnen gewikkeld. In mijn verbeelding zie ik Maria Magdalena, de andere Maria en Jozef van Arimathea kijken naar het gehavende lichaam; naar de dierbare ogen die eens vol liefde waren, maar nu gesloten zijn; naar de wonderdoende handen, die eens broden en vissen vermenigvuldigden, maar nu koud en stijf zijn; naar de gezegende voeten, die eens op het water liepen, maar nu zonder leven zijn. Jozef en Maria, dit gebeurde om uwentwil, maar ook voor mij en alle broeders en zusters die in geloof op dit offer steunen. Ze legden het dierbare lichaam in Jozefs nieuwe graf, waarin nog nooit iemand gelegen had en lieten onze grote Overwinnaar voor een tijd slapen in de duisterheid van de dood. En dat Hij daar lag was om uwentwil.
En, gezegend is Zijn naam, toen kwam de morgen waarop Hij verrees. De steen was weggerold van het graf en Hij kwam tevoorschijn uit het graf. Om uwentwil verrees Hij. De veertig dagen die Hij nog leefde op aarde, leefde Hij voor u. En toen Hij vanaf de Olijfberg opvoer naar Zijn Vader, deed Hij dat om uwentwil. Hij zei tot zijn discipelen: ”Ik ga om u plaats te bereiden”. Zittend op de glorietroon houdt Hij de scepter en regeert Hij de hele wereld om uwentwil. Daar pleit Hij voor u als een Voorbidder bij Zijn Vader. Er is geen edelgesteente in Zijn kroon of borstplaat of het is er om uwentwil. Van hoofd tot voet is Hij er om uwentwil. En als Hij zal wederkomen – wanneer het Zijn tijd is- om de wereld te oordelen in gerechtigheid en Zijn kinderen vanuit de vier windstreken bijeen te vergaderen; om de heerschappij van waarheid te doen beginnen en Zijn troon voor eeuwig te vestigen, zal het zijn om uwentwil, die in Zijn naam hebt geloofd. Want al deze dingen zijn om uwentwil, opdat de menigvuldige genade, door de dankzegging van velen, overvloedig worde tot heerlijkheid van God.
Ik zou nog verder kunnen gaan, maar doe dit niet. Ik hoop dat God door deze overdenkingen uw hart doet branden van liefde. Alles wat Christus deed, deed Hij voor u! Omdat we gevallen schepsels zijn, veronderstel ik dat deze overdenkingen u niet zo aangrijpen als ze zouden moeten doen. Graniet is net was als je het vergelijkt met ons hart. Ik wens dat we alleen het vuur van Jezus’ liefde zouden voelen in ons hart. Ons hart zou branden binnen in ons als we praten over de kostbare liefde die God in het graf, maar daarna in de hemel bracht. En over hoe Hij eens terugkomt om Zijn kinderen voor eeuwig met Hem te verenigen.
Nadat we hebben nagedacht over het motief dat Christus bewoog Zijn werk voor ons te volbrengen, willen we ten tweede letten op het motief dat ons zou moeten inspireren werk voor Hem te doen: ‘om Zijnentwil’. Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden.Wie zijn wij dat het ons gegund wordt voor Hem te lijden? Het is een groot voorrecht iets voor Hem te doen, te zijn of te dragen. Ons lijden kan nooit iets worden in vergelijking met Zijn lijden, en elk offer van ons zal minimaal zijn als we het vergelijken met Zijn offer. Maar als u uzelf verheugt in het feit dat Christus stierf voor u, zal het voor u geen opoffering zijn om iets te doen om Zijnentwil.
Ik vind in de Bijbel dat de gedachte, uitgedrukt in de woorden ‘om Zijnentwil’ uitgebreid kan worden tot zes of zeven verschillende uitdrukkingsvormen. In Mattheus 5:10bijvoorbeeld wordt het door de Heere uitgedrukt als: ”om der gerechtigheid wil”. Zalig zijn zij, die vervolgd worden om der gerechtigheid wil.Ik begrijp hieruit dat als een mens als christen lijdt voor iets goeds, hij lijdt om Christus’ wil. Als hij iets wat tegen de geboden van God ingaat, niet wil of kan uitvoeren, en het lijden gewillig draagt, zal het verlies dat hij oprecht en blijmoedig incasseert een lijden om Christus’ wil zijn. Als iemand door en door oprecht is in deze wereld, kan hij er zeker van zijn door zekere mensen als een zonderling beschouwd te worden. Hij kan niet liegen als anderen dat wel doen, geen listige wegen bewandelen in de handel, hun amusementsgelegenheden niet frequent bezoeken of niet toegeven aan hun lusten. Daarom zullen ze hem rechtuit een hypocriet of kwezel noemen. En als ze zijn principe niet begrijpen van waaruit hij handelt, zullen ze hem motieven toedenken die hij verafschuwt, zoals: ”Hij wil zo graag een heilige genoemd worden” of ”Hij wordt ervoor betaald”, ”Hij heeft dit of dat duister principe” of ze lossen alles op door te zeggen: ”Hij is een regelrechte oplichter”. Als u in een van deze gevallen lijdt voor iets oprechts, namelijk spreken of handelen naar waarheid, moet u zich geen zorgen maken. Wees blij dat u mag lijden om Christus’ wil. Zeg bij uzelf: ”Als Christus alles voor mij over had, is het goed dat ik ook iets moet verliezen. Indien Hij voor mij van alles beroofd werd, is het goed voor mij om ‘arm’ te zijn voor Zijn zaak. Laat uw gezicht als een steen zijn en zeg: ”We kunnen arm zijn, maar niet oneerlijk; we kunnen lijden, maar niet zondigen”. Veel mensen zeggen als ze iemand zo horen praten: ”Ja maar, we moeten wel kunnen blijven leven”. Ik zie het nut van het leven zónder eerlijkheid niet in. Het is beter om te sterven dan om kwaad te doen. Al het lijden is te verkiezen boven het verloochenen van de Heere. Denk aan de woorden van Petrus: Maar indien gij ook lijdt om der gerechtigheid wil, zo zijt gij zalig; en vreest niet uit vrees van hen, en wordt niet ontroerd; Maar heiligt God, de Heere, in uw harten,of zoals in de nieuwe Engelse vertaling: Heiligt in uw harten Christus als de Heere.
In Gods Woord wordt aan dit lijden of handelen om Christus’ wil nog een andere benaming gegeven: ‘lijden om wille van het Evangelie’. In 1 Korinthe 9 vers 23 schrijft Paulus over wat hij deed om wille van het Evangelie.En Christus spreekt over sommigen die, als er vervolging was ‘om wille van het Woord’, geërgerd werden. Als u dus om het Evangelie gesmaad wordt, lijdt u om Zijnentwil. Als u er aan werkt om het Evangelie te verbreiden en het uw dagelijks vermaak is anderen te vertellen van Gods weg van verlossing, doet u iets voor Zijn zaak. Want Christus en Zijn Evangelie zijn zo nauw met elkaar verweven, dat wat gedaan wordt voor het Evangelie, gedaan wordt voor God.
Een andere kijk op dit onderwerp geeft de apostel ons als hij zegt in Kol. 1 : 24 : Die mij nu verblijd in mijn lijden voor u, en vervul in mijn vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus, voor Zijn lichaam, hetwelk is de Gemeente.Dat is nog een manier om God eer te geven en wat voor Zijn zaak te doen. We moesten wel veel meer doen voor Gods kinderen. Want zij zijn het lichaam van Christus! Iedereen zou het een eer vinden de veters van Zijn schoenen te ontbinden en Zijn voeten te wassen. Welnu, Gods kinderen zijn Zijn voeten. Als u hun te eten geeft, geeft u Christus te eten. Want als Paulus door Zijn kerk te vervolgen, Christus Zélf vervolgde, is het wel duidelijk dat als u Zijn volk helpt, deze hulp ook Hem aangaat. Ik roep u op om uw leven te besteden in dienst van de Heere. Zijn geliefde volk verdient het. Maar bovenal is hun God het Zelf waard om gediend te worden.
Paulus gebruikt in 2 Timotheüs 2:10 de volgende woorden: ‘om de uitverkorenen’. Ik denk dat hij hiermee niet alleen de kinderen Gods van dat moment bedoelt, maar ook degenen die nog toegebracht zullen worden. Gelukkig is de man die al zijn tijd besteedt met het zoeken van dwalenden, met het doel ze toe te brengen tot Gods Kerk. Degene die al zijn talenten en kracht op Gods altaar legt, met dit doel: dat hij, als instrument onder leiding van de Geest, de uitverkorenen en de door Jezus’ bloed vrijgekochten mag vinden om hen terug te brengen naar het huis van de Vader. Als u Gods kinderen dient, moet het u altijd om Zijn zaak gaan.
Verder bestaat nog de uitdrukking: ‘om het Koninkrijk van God’. Jezus gebruikt deze uitdrukking in Lukas 18:29 als hij tot Petrus zegt: (..) dat er niemand is, die verlaten heeft huis, of ouders, of broeders, of vrouw, of kinderen, om het Koninkrijk van God; Die niet zal veelvoudig weer ontvangenDit is een andere weg waarlangs we Christus kunnen dienen: vrijwillig onze verwanten voor het Koninkrijk van God opofferen.
Er is nog een opvallende uitdrukking, gebruikt door Johannes (2 Johannes 2): Om wille van het waarheid, die in ons blijft’. Niet alleen het Evangelie dient verdedigd te worden, maar ook het levende zaad, dat de Heilige Geest in ons gelegd heeft; de waarheid die we zelf geproefd, aangeraakt en gevoeld hebben; de theologie die niet alleen in een Boek beschreven staat, maar ook op de vlezen tafels van ons hart. Ik hoop dat er veel mensen zijn die hun hand afhouden van de zonde, omdat de waarheid in hun binnenste hen het aanraken niet toelaat. Ze dienen namelijk met beide handen de Heere, omdat de waarheid in hun binnenste hen hiertoe dringt. De nieuwe natuur, en het levende, onvergankelijke zaad dringen hiertoe. U merkt op dat als Christus voor u gestorven is, u voor Hem moet leven. En als het noodzakelijk zou zijn, zou u voor Hem willen sterven. Ik wil graag grote dingen vragen van degenen voor wie Christus grote dingen gedaan heeft. Als u de zonde en de hel minimaliseert, wordt Christus ook van minder belang. De consequentie is dat u denkt dat u Hem maar weinig schuldig bent, zodat u Hem maar een klein deel teruggeeft. Als u het volle gewicht voelt van de zonde en de waarde ziet van uw Verlosser, zodat u voelt hoeveel u Hem verplicht bent, zult u uitroepen: Wat zal ik met Zijn goedheid overladen, Die trouwe Heere voor Zijn genade vergelden ?
Op verschillende tijden zijn in de gemeente van Christus mannen en vrouwen geweest, die zo heilig leefden dat het leek of ze God echt gaven wat Hem toekwam. Ik durf te zeggen dat ze niet tevreden over zichzelf waren, maar als wij over hen lezen zijn we verbaasd over hun toewijding. De waarheid van God en in het bijzonder Christus, die de Waarheid is, hadden zo’n grote invloed op hun leven dat ze werkelijk voor Zijn zaak leefden. Mochten wij maar veel zulke mensen in ons midden hebben! Ik weet niet of het de plicht van een van u is om naar het buitenland te gaan om Zijnentwil. Ik hoop echter wel dat er jongemannen zijn die zichzelf willen opofferen aan de zendingsdienst. Want gezegend zijn zij, die het Evangelie brengen in verafgelegen plaatsen en hun leven niet liefhebben tot de dood. Ze zullen dichtbij de eeuwige troon staan als de Koning zijn trouwe dienaars beloont. Ik weet niet of er vrouwen zijn die die zich geroepen voelen hun leven of te offeren aan de zorg voor zieken, maar weet dat degenen die deze dienst aan de mensheid verlenen in Christus’ naam, een grote beloning zullen ontvangen op de Laatste Dag. Maar misschien zullen de meesten van ons geroepen worden te werken in het hun aangewezen beroep, en ook hen wil ik zeggen: laat uw hele leven in het teken van Zijn dienst staan. Ik zou nooit verlangen op deze preekstoel te staan dan voor Zijn zaak; nooit één woord van het Evangelie willen uitspreken als het niet voor Hem was. Moeder in uw huis, voed uw kinderen op voor Zijn zaak; breng hen Zijn leer en Zijn plichten bij. Neem de u geschonken kinderen aan en geef ze Hem terug. Zeg: ’’Jezus, Ik geef ze U, neem ze aan en verlos ze. Ik geef ze aan U, zoals HannaSamuël aan U gaf’. Voed hen op tot heiligheid om Zijnentwil, blijf geduldig met hen om Zijnentwil. Voed hen voor Zijn zaak op in de vreze Gods.
En u, zakenman, ga en werk voor Zijn zaak. Ik benijd sommigen bijna vanwege hun overvloedige inkomen. Houd uw zaak levend om Zijnentwil en geef daarnaast mild voor Zijn zaak. U die niet in zo’n comfortabele situatie verkeert, maar moet vechten voor uw dagelijks brood, let erop dat u niets aan verkeerde zaken uitgeeft om Zijnentwil. Als u soms geneigd bent toe te geven aan de verzoeker, bedenk dat uw Verlosser aan uw kant staat, Zijn doorboorde hand op uw schouder legt en zegt: ”Als u waarlijk met Mijn bloed gekocht bent, laat er gerechtigheid zijn in al uw handelingen met uw medemensen en wees bovendien zowel grootmoedig als rechtvaardig, want Ik wens dat u zo handelt, dat alle mensen kunnen zien dat u mijn discipelen bent”.
U, die zich ervoor uitgeeft een christen te zijn, maar voor uzelf leeft in plaats van voor God; ik hoop dat Christus vanavond in uw huiskamer tot u zegt: ”Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde. Ik heb mijn leven voor u afgelegd, wat doet u hiervoor in ruil voor Mij?” Verbeeld u dat Hij u aankijkt met Zijn zachtmoedige, hartbrekende ogen, en u in Zijn gezicht kijkt. Wat hebt u terug te zeggen? Ik zou mijn aangezicht beschaamd bedekken, en toch leid ik geen leven waarbij ik Hem vergeet, en is het mijn streven Hem in ootmoed te dienen. Maar zij, die niets doen dan naar een preek luisteren of een bidstond bij wonen, en af en toe iets voor Zijn zaak afstaan – misschien zo weinig mogelijk- wat zullen zij zeggen in Zijn tegenwoordigheid? Iedereen zal vrij spoedig in Zijn nabijheid verkeren, misschien wel sneller dan u verwacht, en middenin de zorgen van uw sterfbed zal de zorg er zijn dat u ontrouw aan de Heere geweest bent en zo weinig voor Zijn zaak gedaan hebt toen u nog in de gelegenheid was.
Toen ik aan een sterfbed zat van een gemeentelid, een zwak meisje dat wegkwijnde aan de tering, was ik verblijd toen ze me toefluisterde dat ze, nadat ze tot Jezus gebracht was, zo blij was als ze iets voor Hem kon doen. Ze vond het alleen zo jammer dat ze zo weinig had kunnen doen. Het arme kind probeerde een groep jongens te onderwijzen, maar het kostte haar al haar kracht om hen enkel rustig te houden. Ze voelde zich uit liefde tot God gedwongen om iets voor Hem te doen, en omdat er geen andere mogelijkheid was, begon ze deze ruwe jongens te onderwijzen, wat veel te zwaar voor haar was. En toch had ze er geen spijt van. Zeker niet, ik ben er zeker van dat als ze weer beter zou worden, ze haar werk weer zou hervatten, om Zijnentwil! Ik ben er zeker van dat niemand van u, als u iets van uw bezittingen, tijd of mogelijkheden voor Zijn zaak gegeven hebt, en in haar toestand zou raken, zou zeggen: ”Ik heb teveel gedaan voor mijn Redder”. Veel eerder zou u Zijn naam loven dat Hij het weinige van u aangenomen heeft. U zou bedroefd zijn dat het zo weinig is in vergelijking met wat Hij voor u deed. Daarom zeg ik iedereen: ”Als u gewassen bent door Zijn bloed, geef u zelf aan Hem en spot niet met Hem”. Als uw verlossing slechts schijn en de kruisiging een spel zou zijn dan zou u gerechtigd zijn de dienst van Christus te veronachtzamen. Maar als u werkelijk het Bloedmerk van Christus draagt en gewassen bent in de fontein van Bloed, moet u van harte nuttig en heilig leven en uw hele hart, ziel en kracht inspannen om Zijnentwil.
Wie zal een monument kunnen oprichten dat de waarde van Uw Zaligmaker, Die zoveel voor u deed, volledig weergeeft? Wie is in staat een prachtig lied te componeren, dat volledig de liefde van onze Christus, die kwam om ons te verlossen, beschrijft? Wie zal de trompetten zo luid kunnen laten klinken dat ze laten horen dat Immanuël arm werd om onzentwil? Wie zal met gaven van goud en wierook de rijkdom kunnen benaderen van de gave van Hem, die alles overgegeven heeft voor Zijn volk? Kroont Hem, engelen! Looft Hem, ser- afim! God alleen kan Hem de eer geven die Hem toekomt. Ere zij Zijn naam voor eeuwig! Laat de overdachte tekst ons wachtwoord worden: ‘om Zijnentwil’. Laten we om Zijnentwil armoede verdragen, en dit als rijkdom zien. Laten we om Zijnentwil lichamelijk lijden verdragen, terwijl we blij zijn dat we zo nuttig kunnen zijn voor Hem. Laten we om Zijnentwil een zwoegend leven leiden, en in onbekendheid sterven, als we Hem zo kunnen verheerlijken.
Ik ga afsluiten, na nog mijn woord te richten tot degenen, die niet geïnteresseerd zijn in dit offer en Zijn dienst. Het is in ieder geval reu zegen, dat u nog naar het Evangelie kunt luisteren. Laat me nog eenkeer heel kort het ‘oude, oude verhaal’ van Jezus en Zijn liefde vertellen. Jezus stierf voor zondaren. We verdienden eigenlijk straf voor onze zonden. Onder Mozes’ wet was er geen genade voor zonden dan door het offerbloed. Jezus Christus, de Zoon van God, is hét eeuwigdurende Offer voor onze zonden, waarvan die duizenden stieten en lammeren slechts typen waren. Iedereen die steunt op de dood vanhet Lam van God mag weten dat Jezus Christus in zijn plaats gestraft werd, zodat God rechtvaardig kan zijn en toch de schuldigen vergeving kan schenken. Hij kan, zonder te kort te doen aan Zijn gerechtigheid, de zonde en de ongerechtigheid vergeven, omdat een Plaatsvervanger gevonden is. Diens offer heeft eeuwige waarde vanwege Zijn Goddelijkheid. Hij heeft de ongerechtigheid gedragen van allen die op Hem betrouwen. Die in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven.
Geloof in de Heere Jezus Christus, en u zult als een verloste uw weg kunnen gaan. Ook als u hier, doordrenkt met de zonde, aanwezig bent, of onder de overtuiging van uw zonde wanhopig bent. Ik bul dat God in dit uur velen tot geloof in Jezus Christus brengt, om Zijnentwil!
Amen.