Namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker, in de stad van David; Hij is Christus, de Heere. Lukas 2:11
Christus, de Heere.” Het woord Heere, of Kurios, dat hier wordt gebruikt, is hetzelfde als “Jehova.” Daar kunnen we met zekerheid op vertrouwen, want hetzelfde woord komt twee keer voor in het negende vers, en daar is het voor niemand te betwijfelen dat het Jehova betekent. Luister maar: “En zie, een engel van de Heere stond bij hen en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd.” En als dat nog niet duidelijk genoeg is, lees dan het drieëntwintigste vers: “Zoals geschreven staat in de wet van de Heere: al wat mannelijk is dat de moederschoot opent, zal heilig voor de Heere genoemd worden.” Het woord “Heere” verwijst hier zeker naar Jehova, de Enige en waarachtige God. Onze Verlosser is Christus, God, Jehova (lees ook Christus leeft voor eeuwig). Geen getuigenis over Zijn goddelijkheid kan helderder zijn; het staat buiten kijf. En wat een vreugde is dat voor ons! Stel je eens voor dat onze Verlosser slechts een engel was geweest; Hij zou de last van mijn zonden noch die van jou kunnen dragen. Of stel dat de basis van onze verlossing iets zwakkers was dan God zelf, dan zou die fundering te onzeker zijn geweest. Maar omdat Hij die zich verbindt om ons te verlosse niemand minder is dan de Oneindige en Almachtige, kan de last van onze schuld op Zijn schouders gedragen worden (lees meer in de uitnodiging naar Bethlehem). Deze machtige Redder kan de enorme taak van onze verlossing volbrengen, en dat met gemak, want voor God is niets onmogelijk (lees ook Jezus is alles wat je nodig hebt). Hij is in staat om een ieder die via Hem tot God komt volkomen zalig te maken.
