Als de vijand zal komen als een rivier, zal de Geest van de HEERE de banier tegen hem oprichten. (Jesaja 59:19) Lees verder Efeze 6:10—18.
Christen, je leeft in een land vol vijanden. Er zijn vijanden binnenin je, je bent nog niet volkomen verlost van de invloeden van de aangeboren zonde. De nieuwe natuur komt van God, je nieuwe natuur kan niet zondigen omdat die uit God geboren is. Maar de oude natuur, het vleselijke, is er ook, die is niet verzoend met God, die kan ook niet met God verzoend worden, daarom worstelt die ingespannen met de nieuwe natuur. Het huis van Saul in je hart strijdt met het huis van David, het probeert die te verdrijven en te beroven van de kroon. Verwacht dat deze strijd, heviger of minder hevig, doorgaat tot je ingaat in de rust. Ook buiten in de wereld zijn er veel vijanden. Deze lege wereld is niet bevriend met het werk van de genade. Als je van de wereld was zou de wereld liefhebben wat van haar was. Maar je bent niet van de wereld, je bent van hemelse afkomst. Daarom mag je verwachten dat je behandeld wordt als een vreemdeling, nee, als een gehate en verafschuwde vijand. Allerlei hindernissen en vallen zullen ze voor je zetten. Degenen die de Meester op Zijn woorden probeerden te pakken, zullen tegenover jou niet milder zijn. Bovendien is er iemand die de Vijand genoemd wordt, de Boze. Hij is de leider van je tegenstanders. Hij haat God uit alle macht, hij haat ook dat wat in jou op God lijkt. Hij zal de pijlen uit zijn helse pijlkoker niet sparen, hij zal ze allemaal op jou richten. Er zijn geen verleidingen die hij niet kent. Hij heeft lang geoefend dus hij weet goed hoe het moet. Er zijn geen verleidingen waarmee hij je niet zal verleiden. Soms zal hij je vleien, soms zal hij je boos aankijken. Hij zal je verheffen, als het kan met eigengerechtigheid, en vervolgens neerwerpen in diepe wanhoop. Hij zal hier je woeste, onverzadigbare vijand zijn. Onthoud dit en trek de hele wapenrusting van God aan
Ter overdenking
Je zelf, de wereld en Satan zijn een onheilige drie-eenheid die je niet moet volgen (Efeze 2:2–3). Het is een onheilige drie-eenheid waar je niet alleen tegen moet vechten, maar in Christus kan je zelf (Romeinen 7:24–25), de wereld (Galaten 1:3–4) en Satan (Johannes 17:15; Hebreeën 2:14–15) overwonnen worden.
Preek 718, 28 oktober 1866