Maar als gij aalmoes doet, zo laat uw linkerhand niet weten, wal uw rechter doet; opdat uw aalmoes in het verborgen zij; en uw Vader, die in het verborgen ziet, die zal het u in het openbaar vergelden. Matt. 6:3, 4
Geen belofte wordt gedaan aan hen, die aan de armen geven om door de mensen te worden gezien. Zij hebben hun loon reeds, en zij kunnen niet verwachten, dat zij tweemaal worden betaald. Laten wij onze liefdadigheid geheim houden, ja, haar zelfs voor onszelf verbergen. Geef zo dikwijls en zo veel, alsof het vanzelf spreekt, dat ge er niet meer notitie van neemt, dat ge de armen hebt geholpen, dan dat ge uw geregelde maaltijden hebt gebruikt. Geef uw aalmoezen zonder zelfs bij uzelf te fluisteren: “Wat ben ik edelmoedig!” Tracht niet op die manier uzelf te belonen. Laat dat aan God over, die nooit zal nalaten erop te letten, eraan te denken en het te belonen. Zalig is de man, die in het geheim bezig is met zijn weldadigheid: hij vindt in zijn onbekende weldaden een bijzondere vreugde. Dit is het brood, dat, in het verborgene gegeten, zoeter is dan de feestmalen van koningen. Hoe kan ik mij vandaag met deze verrukkelijke weelde verwennen? Laat ik een echt feest houden van een gevoelige en overvloedige ziel. Nu en hierna zal de Heere zelf en persoonlijk zorgen voor de beloning van hem, die in het verborgen aalmoezen geeft. Dit zal gebeuren op zijn eigen tijd en wijze; en Hij zal de allerbeste kiezen. Er zal een eeuwigheid voor nodig zijn om te openbaren welk een rijke betekenis deze belofte heeft.