Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld heeft; en wij zijn schuldig voor de broeders het leven te stellen. Zo wie nu het goed der wereld heeft, en ziet zijn broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem? Mijn kinderkens, laat ons niet liefhebben met den woorde, noch met de tong, maar met de daad en waarheid. 1 Johannes 3:16-18
De bloedbanden moet door ons veel meer worden gekoesterd dan ze nu zijn. We zijn geneigd om te vergeten dat God “uit een bloede het ganse geslacht der mensen heeft gemaakt, om op den gehelen aardbodem te wonen” (Handelingen 17:26 SV), zodat we door de gemeenschappelijke band van bloed allemaal broeders zijn. Maar, geliefde, de banden van genade zijn veel sterker dan de banden van bloed. Als je werkelijk uit God geboren bent, ben je broeders door een broederschap die zelfs sterker is dan de natuurlijke broederschap die u in dezelfde wieg liet liggen en van dezelfde borst deed drinken, want broeders naar gelang het vlees kunnen eeuwig gescheiden worden. De ene broeder kan aan de rechterhand van de Koning zijn, en de ander kan aan Zijn linkerhand zijn; maar broeders die werkelijk uit God zijn geboren, delen een broederschap die eeuwig moet duren. Als wij van de wereld zijn, zal de wereld de zijne liefhebben, zo is het waar dat als wij van de Geest zijn, de Geest de zijne zal liefhebben. De hele verloste familie van Christus is sterk met elkaar verbonden. Zelf uit God geboren, blijven we uitkijken naar anderen die “wedergeboren zijn, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad,” (1 Petrus 1:23 SV), en als we ze zien, kunnen we het niet laten om ze lief te hebben. Er is direct een band van vereniging tussen ons.