Als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open. Jesaja 53:7
Ik wil voor u het raam zo ver openzetten als ik maar kan, u vragen naar binnen te kijken en het Lam Gods te zien. Onze Heere werd naar de slachtbank geleid opdat Hij zou sterven, en in een andere zin en in een ander beeld geleid naar de scheerders: naar de scheerders opdat ze Hem zouden ontdoen van wat Hem rust gaf, van Zijn eer, ontdoen zelfs van Zijn goede Naam, en uiteindelijk ontdoen van het leven zelf. Toen Hij voor de slachters stond, was Hij rustig als een lam dat bij hen wordt gebracht; toen Hij onder de scheerders was, was Hij even stil als een schaap dat daar ligt om geschoren te worden. U kent de geschiedenis: hoe geduldig Hij was voor Pilatus, Herodes en Kajafas en aan het kruis. U hebt er geen verslag van dat Hij heeft gekreund of ook maar één kreet van ongeduld heeft geuit vanwege de pijn en de schande die de hand van de bozen Hem aandeed. U hebt niet één bitter woord, niet één harde opmerking. Pilatus roept: ‘Antwoordt Gij niets? Zie, hoevele zaken zij tegen U getuigen!’ Herodes is bitter teleurgesteld, want hij verwachtte een of ander wonder van Hem te zien. Alles wat Hij werkelijk zegt, is als het blaten van een schaap, maar dan wel van oneindig veel meer betekenis. Hij zegt zinnen als deze: ‘Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou’, en: ‘Vader, vergeef het hun; want zij weten niet wat zij doen.’ Hij is een en al geduld en stilzwijgen.