Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. Romeinen 8:15-16
Niemand kan ongelukkig zijn als hij “Abba, Vader” mag roepen. Deze Geest van aanneming brengt altijd liefde, vreugde en vrede met zich mee—vruchten van de Heilige Geest. Want je hebt niet opnieuw de Geest ontvangen die je tot slavernij brengt en laat vrezen, maar een geest van vrijheid en blijdschap in Christus Jezus. “Mijn God, mijn Vader.” Wat klinkt dat toch mooi en warm. Maar misschien zeg je: “Niet iedereen die gelooft, ervaart dat zo.” Helaas is dat soms zo, maar dat is vaak hun eigen keuze. Het is het recht van elke gelovige om te leven in de zekerheid dat hij verzoend is met God, dat God van hem houdt en dat hij een kind van God is. Als je daar niet in leeft, is dat je eigen schuld. Als iemand honger lijdt aan Gods tafel, komt dat doordat hij zichzelf tekortdoet, want het feestmaal is overvloedig. Maar als je leeft in het bewustzijn dat je door het kostbare bloed bent vergeven, en je geniet van die heerlijke zekerheid van volmaakte verzoening met de grote God, dan bezit je een vreugde die zich niet in woorden laat vatten, vol van heerlijkheid.