U kroont het jaar van Uw goedheid. Psalm 65:12
Het hele jaar door, elk uur van elke dag, schenkt God ons zijn zegeningen in overvloed. Zijn liefde stroomt als een rivier, eindeloos en onuitputtelijk, zoals Hijzelf eeuwig is. Net zoals de atmosfeer de aarde voortdurend omgeeft, zo omringt Gods goedheid al Zijn schepselen; daarin leven zij, bewegen zij, en vinden zij hun bestaan. Gelijk de zon die ons op zomerdagen verblijdt met warmere en helderdere stralen, zo kent ook Gods genade haar gouden momenten: tijden van overvloed, waarin de Heere Zijn zegen vermeerderd over de mensenkinderen. De blije oogstdagen vormen een bijzonder seizoen van rijke gunst. In de luister van de herfst worden de rijpe gaven van Gods voorzienigheid overvloedig uitgedeeld; het is het rijpe seizoen waarin hoop en verwachting worden omgezet in werkelijkheid. De vreugde van de oogst is groot, en gezegend zijn zij die hun armen vullen met de vrijgevigheid uit de hemel. De psalmist zegt ons dat de oogst de bekroning van het jaar is. Deze genade vraagt ons om dankbare lofzang! Laten wij die lof met een oprecht hart uitspreken, onze harten en gedachten wijden aan de trouw en goedheid van de Heere. Laten wij Hem loven met onze lippen en Zijn Naam verheerlijken, want alle goedheid komt uit Zijn hand. Laten we God verheerlijken door onze gaven aan Zijn zaak te geven. Een praktisch bewijs van onze dankbaarheid is een speciaal dankoffer aan de Heere van de oogst.
Gebed: Heere, ik dank U voor Uw trouw en genade die mij omringt. Geef mij vreugde om Uw zegeningen te erkennen en Uw Naam met liefde te verheerlijken. Amen.