Hij zal de lammeren in zijn armen nemen en ze in Zijn boezem dragen. Jesaja 40:11 Eng. vert. KJV
Wie is Hij, van wie zulke genadige woorden worden gesproken? Het is de goede Herder. Waarom draagt Hij de lammeren in Zijn boezem? Omdat Zijn hart vol tederheid is, en elke vorm van zwakheid Hem diep raakt. Als trouwe Hogepriester is het juist Zijn roeping om de zwakken nabij te zijn, hen te dragen en hen te ondersteunen. En meer nog: Hij heeft hen met Zijn eigen bloed gekocht; zij behoren Hem toe. Hoe zou Hij dan níet voor hen zorgen? Hij moet – en Hij wil – voor hen zorgen, want hun redding heeft Hem alles gekost. Voor ieder lammetje voelt Hij Zich verantwoordelijk, en Hij zal er niet één verliezen. Samen vormen zij de heerlijkheid en de rijke beloning van Zijn werk. Maar wat betekent hett: “Hij zal de lammeren in zijn armen nemen”? Soms draagt Hij hen zodat zij gespaart blijven voor zware beproevingen; Zijn voorzienigheid is dan zacht en teder. Soms draagt Hij hen door hun hart te vervullen met overvloedige liefde, zodat hun geloof, al is het klein en eenvoudig, toch standhoudt. Wat zij weten, al is het maar weinig, geeft hun toch een diepe zekerheid en een hemelse vrede. Vaak draagt Hij hen ook door hun een eenvoudig, kinderlijk geloof te geven – een geloof dat Zijn beloften gewoon aanneemt zoals ze zijn, en met elke zorg direct tot Jezus gaat. Híj draagt de lammeren dicht tegen Zijn hart. Wat een onbegrensde liefde spreekt daaruit! Zou Hij hen zo nabij nemen, als Hij hen niet oprecht liefhad? Wat een tedere nabijheid – dichter bij Hem kun je niet komen. Wat een volmaakte veiligheid – in Zijn armen kan niemand je deren, want dan zou men eerst de Herder Zelf moeten treffen. Wat een diepe rust en troost geeft het om zo veilig geborgen te zijn aan Zijn hart! En toch beseffen wij zo weinig van de oneindige tederheid van Jezus.
