Nederigheid gaat vooraf aan eer. Spreuken 15:33
Weet je, nederigheid van de ziel brengt altijd iets goeds voort. Zodra jij je hart leegmaakt van jezelf, vult God het met Zijn liefde. Wil je de hemel bereiken? Buig je dan. Eerst moet je leren om naar beneden te groeien, voordat je werkelijk omhoog kunt groeien. De mooiste vriendschap met de hemel is er namelijk alleen voor nederige zielen – en jíj mag daar één van zijn. God weigert nooit een zegen aan iemand die oprecht nederig is van geest. “Zalig zijn de armen van geest, want hun is het koninkrijk der hemelen” – het rijk vol van Gods rijkdommen en schatten. Hij wil jou zegenen tot het uiterste, tot de volle maat van wat goed en veilig voor je is. Krijg je nu niet de zegen waar je zo naar verlangt? Misschien is dat omdat het op dit moment niet veilig voor jou zou zijn. Denk daar eens over na: als onze hemelse Vader jouw niet-vernederde geest nu al een overwinning zou geven, zou je misschien de kroon voor jezelf opeisen. En als er daarna een nieuwe vijand kwam, zou je ten val komen. Daarom houdt Hij je soms nog laag – voor je eigen veiligheid. Maar onthoud dit goed: als jij echt nederig bent en nooit je hand uitstrekt naar zelfs maar een sprankje eer voor jezelf, dan is er bijna geen grens aan wat God in jouw leven kan en wil doen. Nederigheid maakt je klaar om gezegend te worden door de God van alle genade. Het vormt je ook tot iemand die zacht en wijs met anderen omgaat. Waar nederigheid is, daar bloeit iets moois – als een bloem die elke tuin siert. Of het nu gaat om gebed of lof, om werk of om lijden: de smaak van echte nederigheid is onmisbaar. En geloof me, je kunt daar nooit te veel van hebben.
